Opinie

Commentaar: Hoog tijd voor feitelijke discussie over Griekenland

„Als Duitsland niest, wordt Nederland verkouden.” Die gevleugelde uitdrukking maakt duidelijk dat Nederland met zijn exportgedreven, open economie zeer gevoelig is voor schommelingen in de wereldhandel. Zéker als het ‘niezen’ Duitsland betreft, verreweg onze belangrijkste handelspartner (goed voor 25 procent van de uitvoer), is een koutje zo gevat.

Hoofdredactioneel commentaar
18 May 2011 12:12Gewijzigd op 14 November 2020 15:01

Wat dat betreft is onze handel met het noodlijdende Griekenland met 0,8 procent een peulenschil. Daarom bevreemdden de woorden van minister De Jager van Financiën –zaterdag in het AD– ook ietwat. „Als Griekenland hoest, worden wij verkouden”, besloot de bewindsman een betoog over de Nederlandse handelsafhankelijkheid.

Nu bevat de toenemende crisissituatie in Griekenland inderdaad legio gevaren. Maar het wegvallen van de Griekse bestedingen in Nederland is daarvan waarschijnlijk het kleinst.

Toch blijven dergelijke woorden hangen en daarmee is het een exemplarisch voorbeeld van de wazige officiële berichtgeving die tot nog toe omtrent Athene de revue passeerde.

Eerst hadden de Grieken helemaal geen geld nodig, toen plots wel, maar zouden we „hoogstwaarschijnlijk gaan verdienen” aan de circa 5 miljard euro aan Nederlandse noodsteun, aldus een optimistische De Jager vorig jaar, de vele sceptici ten spijt.

Inmiddels moet ook hij erkennen daarmee knollen voor citroenen te hebben verkocht. De rente die wij Athene rekenen mag dan fors hoger zijn dan wat dit geld ons kost, per dag daalt rap de kans dat we überhaupt nog iets van onze centen terugzien.

Deels hebben Europese politici dit aan zichzelf te wijten, door –om morrende burgers in hun thuisland tegemoet te komen– van Griekenland op korte termijn haast het onmogelijke te vragen. Om tegemoet te komen aan alle voorwaarden moet het land de komende jaren met zo’n 8 procent per jaar groeien. Maar dat gaat vrij lastig met megabezuinigingen, hervormingen en een oplopende werkloosheid.

De komende dagen moet worden besloten of de volgende tranche van 12 miljard euro (van de in totaal 110 miljard aan toegezegde gelden) zal worden uitgekeerd. Iets wat bijzonder gevoelig ligt, zeker nu uit onderzoek blijkt dat de Grieken flink achterblijven met hun verbeterplannen.

Zonder extra bezuiniging, hervorming en privatisering kan Athene fluiten naar dat geld, stelde De Jager de afgelopen dagen ferm. Hoe hard dit ook mag klinken, heel geloofwaardig is het niet, zeker niet als er aan wordt toegevoegd dat zonder extra steun de ellende „in potentie groter kan zijn dan die tijdens de kredietcrisis”, en dus moet worden voorkomen.

Duidelijk is echter dat niemand exact weet in hoeverre het erkennen en vervolgens ordelijk en gecontroleerd afwikkelen van de feitelijk failliete Griekse boedel de financiële markten zal beroeren. Immers, diezelfde markten calculeren een afwaardering van Griekse staatsschuld al maanden in, en ook volgens DNB valt de blootstelling van Nederlandse instellingen in Griekenland reuze mee. Het is hoe dan ook tijd voor een open, feitelijke discussie zonder rookgordijnen en doemscenario’s. Als verliezen dan tóch moeten worden genomen, dan liever door beleggers dan belastingbetalers.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer