Binnenland

Status doodsbedreiging op Twitter blijft onduidelijk

APELDOORN – Een doodsbedreiging op Twitter is ook een doodsbedreiging. Politie en justitie maken geen onderscheid en treden hard op. Maar de initiatiefnemers achter de site doodsbedreiging.nl spreken van symptoombestrijding.

18 May 2011 08:12Gewijzigd op 14 November 2020 15:01
Twitter. Foto EPA
Twitter. Foto EPA

Ze waren er, onverlaten die op Twitter dreigden de schietpartij in Alphen aan den Rijn nog eens dunnetjes over te doen. In de nasleep van het drama reageerde de politie kordaat en arresteerde meerdere personen voor hun online-uitlatingen. Het openbaar ministerie liet weten alle bedreigingen serieus te nemen, óók als ze als grap zijn bedoeld.

Vorige maand veroordeelde de Rotterdamse rechtbank een 36-jarige man die via Twitter onder anderen voormalig GroenLinksleider Femke Halsema had bedreigd. De man kreeg zeventien dagen cel en een werkstraf.

Politie en justitie lijken voor de harde lijn te kiezen: oppakken en vervolgen. Virtuele bedreigingen vallen gewoon onder artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht, zo blijkt uit de zaak-Halsema. Geen onderscheid dus tussen de virtuele en de echte wereld.

De website van het OM meldt dat het sturen van een dreigtweet hetzelfde is als iemand in persoon bedreigen. Zogenaamde internetsurveillanten speuren het web af naar dergelijke berichten, waarschuwt het OM. „De verzender wordt aangehouden, en de kosten van de politie-inzet worden verhaald.”

Duidelijke taal, maar is het ook zo eenvoudig? De bedreigers zijn in de meeste gevallen scholieren. Straattaal zoals: „ik maak je dood” behoort bij een deel van hen tot de standaardvocabulaire. Na arrestatie gaven verschillende twitteraars –tamelijk geschrokken– aan „voor de grap” te hebben gehandeld.

Hoe onderscheidt een internetsurveillant een echte dreigtweet tussen de tientallen bedreigingen die dagelijks op Twitter worden geuit? Dat is lastig, erkent Ron Looije, woordvoerder van de Raad van Korpschefs. „Het hangt af van de feiten en de omstandigheden. Wie verstuurt de tweet, en aan wie? Wat staat er in? Stapt iemand die zich bedreigd voelt naar de politie, of vindt hij de bedreiging zelf niet geloofwaardig?”

Virtuele doodsbedreigingen zijn ook voor de politie een vrij nieuw verschijnsel, zegt Looije. „We volgen de ontwikkelingen rond internet en sociale media op de voet. Via medewerkers die zich er zowel privé als zakelijk mee bezighouden en met internetrechercheurs die vanuit hun professie hiermee bezig zijn.”

Looije onderschrijft de harde lijn van het OM. „Zodra we kennisnemen van een tweet met een serieuze bedreiging komen we in actie. Oók bij twijfel. Wij kunnen niet zeggen: we gokken er maar op dat het niets is. En dan komt het inderdaad wel eens voor dat er grappende scholieren worden opgepakt.”

Voor de initiatiefnemers achter de website doodsbedreiging.nl is het allemaal niet zo helder als het lijkt. Sinds enkele maanden retweeten (herplaatsen) Pim Graus en Sietse van der Meer doodsbedreigingen op hun Twitteraccount @doodsbedreiging. De teller staat nu op ruim 1200. En dat zijn dan alléén de tweets die ze op basis van enkele criteria als „serieus” kwalificeren.

Vorige maand publiceerden Graus en Van der Meer een manifest waarin ze oproepen tot een maatschappelijke discussie over bedreigingen op internet. Volgens hen is de juridische status van dreigtweets onduidelijk en doen politiek, politie en justitie veel te weinig om de wildgroei aan bedreigingen tegen te gaan.

„Er dringt zich een beeld op van een ongecoördineerd dweilen met de kraan open, krampachtig overgaan tot arrestaties en het ontwijken van de verantwoordelijkheid om vanuit een breed gedragen maatschappelijk mandaat te opereren”, aldus Graus en Van der Meer in het manifest.

Dat zijn forse kwalificaties. Graus: „De politie Haaglanden gaf in april nog aan actief te zoeken naar bedreigingen op internet en áltijd onderzoek te doen naar de verzender. Sindsdien plaatsten wij tientallen nieuwe bedreigingen door op ons Twitteraccount. Daar is bij mijn weten geen enkele arrestatie op gevolgd.” Een verklaring daarvoor heeft Graus niet. „Er is geen zicht op de werkwijze van de politie. Wij constateren alleen maar dat er in zeer weinig gevallen wordt opgetreden.”

Volgens hem ontbreken duidelijke richtlijnen. „Welke criteria hanteert de politie om te bepalen of een dreigtweet serieus is? Wanneer grijpt ze in? Dat weten we niet.” Hij pleit daarom voor het voeren van een aantal rechtszaken over verschillende soorten virtuele dreigementen. „Dat kan mensen bewust maken van de vereiste omgangsvormen op nieuwe media.”

Politiewoordvoerder Looije: „Een brede discussie is natuurlijk goed. Maar wij waken er echt wel voor om de serieuze bedreigingen te laten liggen en achter grappenmakers aan te gaan.”

www.doodsbedreiging.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer