Spannende jeugdserie over het Israël van de Bijbel
Mysterie, spanning, avontuur. Archeologe Jennifer Peersmann wordt ertoe aangetrokken. Dat is terug te zien in haar beroepskeuze, maar ook in haar eerste pennenvrucht, het kinderboek ”De schat van Sion”.
Peersmanns langharige hond begroet iedere bezoeker met enthousiast geblaf en gespring. „Shoepy, kom hier. Niet doen.” Met moeite houdt ze hem in de hand en dirigeert hem de kamer in.
Hij is een aandenken aan haar tijd in Israël, het land waar ze zes jaar heeft gewoond. Het land ook waar ze deelnam aan enkele opgravingen. De liberale Joodse lacht als ze zich herinnert hoe ze daarbij haar hond ontmoette. Peersmann zat met enkele archeologen te eten en had juist daarvoor gezegd graag een hond te willen hebben. „Stond Shoepy daar ineens om eten te bedelen.” Na wat brainstormen besloten ze hem de naam van een Hettitische koning te geven, Suppiluliuma III.
Inmiddels is de Nederlands-Amerikaanse Peersmann getrouwd en woont ze met haar Joodse echtgenoot en 8-jarige dochter in Nederland. Maar de passie voor archeologie, mysterie en avontuur blijft.
Bij welke opgravingen bent u betrokken geweest?
„Het langst op Megiddo. Daar was ik supervisor. Ik heb daar vier seizoenen lang gegraven.”
En nu het schrijverschap.
„Ja, dat is mijn tweede grote passie. Schrijven is op dit moment mijn hoofdtaak, want als archeologe moet je het veld in, en ik wil nu thuis zijn voor mijn gezin.”
Hoe bent u ertoe gekomen te gaan schrijven?
„Mij is verteld dat ik dat altijd al deed. Op de universiteit heb ik eens een verhaal als werkstuk ingeleverd. Het werd nog geaccepteerd ook. Toen ik zes jaar in Israël was, schreef ik mijn belevenissen altijd in de vorm van verhaaltjes voor mijn broertjes en zusjes in Amerika.
In Nederland heb ik een schrijfcursus gevolgd. Daar heb ik ook het verhaal geschreven dat de basis was voor ”De schat van Sion”.”
Waarom Israël?
„Het verbaast me eerder dat nog niemand in Nederland voor mij op het idee is gekomen een kinderboek over Israël te schrijven. Dat land is zo belangrijk. Alles is daar begonnen. Culturen en religies komen er samen, Israël is bepalend voor de rest van de wereld.
Los daarvan heeft het land altijd al mijn hart gehad. De bergen van Juda, de woestijn van Negev, de vlakte van Jizreël, het is er prachtig. De Bijbel komt er vanzelf tot leven. Als je aan het graven bent, kom je zo veel tegen.”
Het geloof komt niet ter sprake in uw boek?
„Ik voel me als archeoloog niet de juiste persoon om in mijn boeken over het geloof te praten. Ik wil alleen het oude Israël en de Bijbel tot leven brengen. Het gaat mij erom dat het leven in de tijd van de Bijbel meer werkelijkheid wordt voor kinderen, zodat ze kunnen beleven hoe het toen was.”
Een van de kinderen in uw boek is ontzettend bang voor beesten zoals schorpioenen, waar je juist als archeoloog veel mee te maken krijgt. Uw eigen ervaring?
Lachend: „Heel herkenbaar. Ik heb lang opgravingen gedaan in Beit Guvrin, een plaatsje met veel oude grotten. Dat vond ik prachtig, maar ook eng: ik moest aan een touw naar beneden en wist dat daar in die grotten veel slangen en schorpioenen zouden zitten. Vooral die laatste zijn lastig. Ze liggen vaak verborgen onder stenen. Onder meer daarom mogen archeologen nooit opgravingen doen op sandalen. Een beet van een bepaald soort schorpioen kan de dood tot gevolg hebben.”
Heeft u wel eens bijzondere vondsten gedaan?
„Ik heb nooit echt schatten gevonden, als je dat bedoelt. Wel veel oude kruiken en potten, en heel af en toe een mooi beeldje. In Ashkelon hebben we een Filistijnse stad opgegraven. En op Megiddo een prachtige Kanaänitische tempel en paardenstallen van koningen van Israël. Dat zijn machtige dingen.”
Welke rol spelen archeologische opgravingen in uw verhalen?
„”De schat van Sion” speelt zich af in Jeruzalem. Daar zijn fundamenten van een groot gebouw gevonden. Volgens de een is dit het paleis van David, de ander spreekt dit tegen. In mijn boek heb voor de eerste bewering gekozen, om kinderen te inspireren. Dat is dus geen archeologische keuze, maar puur voor het verhaal.”
Is het moeilijk om archeoloog te zijn en gelovig?
„Toen ik met mijn werk begon, kwamen er ontzettend veel vragen op me af. Wanneer heeft de uittocht uit Egypte plaatsgevonden; heeft die überhaupt wel plaatsgevonden? Als archeoloog is het lastig antwoord te vinden op die vragen. Over veel vondsten bestaan meningsverschillen. Het ligt er vaak maar aan wie je gelooft. Wat ik belangrijk vind, is dat er veel meer archeologische vondsten zijn die de Bijbel bevestigen dan die in tegenspraak zijn met de Bijbel. Die positieve dingen wil ik ook in mijn boeken naar voren brengen. De tunnels en de bron onder Jeruzalem, waar ik in mijn boek over schrijf, zijn er gewoon. We weten ook dat Jeruzalem een belangrijke stad was.”
Weet u al hoe de rest van de serie eruit gaat zien?
„Daar mag ik helaas nog niks over vertellen.”
Graven naar oude schatten
Stel dat je in Jeruzalem woont, dicht bij het paleis van koning David. Je ziet hem wel niet vaak, maar toch. Alsof dat nog niet spannend genoeg is, zijn er in de heuvels rond Jeruzalem ook nog eens geheime grotten en pikdonkere tunnels. Die wil je natuurlijk onderzoeken, om te zien of er niet een schat te vinden is.
Daniël en zijn vriendinnetje Elat, de hoofdpersonen uit het boek ”De schat van Sion”, willen niets liever dan een enorme berg goud, zilver of diamanten vinden. Dus gaan ze op onderzoek uit. Ze graven in de heuvels en sluipen midden in de nacht door vochtige tunnels. Ze ontmoeten strenge bewakers, boze ouders, enge schorpioenen… en een schat. Al is het niet helemaal de schat die ze in gedachten hadden.
”De schat van Sion” is een spannend verhaal voor kinderen vanaf 9 jaar. Het mooie van dit kinderboek is dat het op een onopvallende manier informatie meegeeft over het leven van 2000 jaar geleden, over gewoonten en tradities van toen.
Peersmann heeft geprobeerd niet alleen een spannend boek te schrijven, maar tussen de regels door kinderen mee te geven dat er belangrijkere dingen zijn dan een schat van goud. En gelukkig ligt dat er ook weer niet te dik bovenop.
Boekgegevens
De schat van Sion, Jennifer Peersmann; uitg. Callenbach, Utrecht, 2011; ISBN 978 90 266 2072 0; 87 blz.; € 9,95.