Cultuur & boeken

Els Nannen bestrijdt bevrijdingspastoraat op biblicistische manier

Omdat er de laatste jaren steeds meer aandacht komt voor bevrijdingspastoraat, de hulp aan mensen die te maken hebben met vormen van occulte belasting, is een grondige bezinning gewenst. Het lijvige boekwerk ”Waarlijk vrij?” van Els Nannen zou hieraan moeten bijdragen, maar de aanpak stelt teleur.

Dr. M. J. Paul
13 May 2011 23:26Gewijzigd op 14 November 2020 14:58

Bij de behandeling van een dergelijk moeilijk onderwerp zou men verwachten dat enige standaardwerken worden besproken. Te denken valt aan het werk van John Nevius in China, Kurt Koch in Duitsland, Peter Horrobin in Engeland en van Michael Perry over de Anglicaanse kerk. Deze boeken zijn echter geen van alle geraadpleegd door de schrijfster. Ook ontbreken studies over de geestelijke wereld die in de brieven van Paulus aan de gemeenten Efeze en Kolosse wordt beschreven. Nannen, oud-docente psychologie aan de Evangelische Hogeschool, voert daarentegen wel allerlei populair geschreven boekjes, lezingen en interviews aan, terwijl de argumentatie daarin uiteraard grotendeels ontbreekt (wat ook haar kritiek is).

Hoofdstuk 1 van ”Waarlijk vrij” heet ”Enkele momenten uit de geschiedenis van de kerk”. Ook hier ontbreken alle overzichtswerken, maar geeft de auteur slechts een paar losse citaten via andere auteurs aangehaald. Op grond hiervan worden Tertullianus, Cyprianus, Augustinus en andere kerkvaders van verkeerde leringen beschuldigd. Vervolgens pakt Nannen ds. J. Chr. Blumhardt met zijn bevrijdingspastoraat in het Duitse Möttlingen aan. Omdat hij diverse fouten heeft gemaakt in de zoektocht naar de bevrijding van Gottliebin Dittus en vanwege eenzijdigheden en dwalingen in zijn theologie, lijkt er ook van hem niets te leren.

Deze benadering in hoofdstuk 1 is helaas typerend voor heel het boek: er wordt geen poging gedaan de intenties van de geciteerde theologen recht te doen, maar steeds worden enkele woorden geciteerd en vervolgens bekritiseerd. De nadruk ligt in het boek op de wortels van charismatisch triomfalisme, met de Amerikaanse predikant E. W. Kenyon rond 1900 als geestelijk vader. Hoewel ik direct toegeef dat hier een oorsprong ligt van hedendaagse zorgwekkende leringen is het voor mij van fundamenteel belang dat de wortels van het bevrijdingspastoraat in de Vroege Kerk liggen. Iedereen die zich echt verdiept in de eerste eeuwen van de kerkgeschiedenis weet van verschillen in inzicht, van onderlinge verdeeldheid, van dwalingen en van verkeerde invloeden uit de filosofie. Niettemin stond de Vroege Kerk het dichtst bij het Nieuwe Testament en kunnen wij hier ten aanzien van de omgang met demonisch gebonden mensen heel wat leren.

Nannen formuleert als uitgangspunt: „Het op de Schrift gebaseerde getuigenis: alleen Jezus Christus, alleen de Schrift, alleen uit genade en alleen uit geloof.” Vanuit haar eigen uitleg van Bijbelteksten geeft ze steeds aan waar het bevrijdingspastoraat een onjuiste verklaring geeft. Daarmee legt ze meermalen de vinger bij een gevoelige plek: het Bijbelgebruik in het bevrijdingspastoraat is lang niet altijd zorgvuldig. Echter, de schrijfster let niet op Bijbels-theologische lijnen, maar concentreert zich op losse teksten. Ze heeft gelijk dat Exodus 20:4 niet spreekt over de doorwerking van occulte belasting in de geslachten, maar deze tekst geeft wel inzicht in de veel algemenere relatie tussen de geslachten. Daarom kan ze indirect aangevoerd worden bij de constatering in de praktijk dat kinderen de dupe kunnen zijn van de occulte zonden van hun ouders.

Hier noem ik een waarneming uit het pastoraat, maar Nannen meent dat zo een nieuwe openbaringsbron wordt aangeboord. Bij de reformatoren betekent ”alleen de Schrift” een verzet tegen het leergezag van Rome, maar zij hebben zich niet gekeerd tegen waarnemingen in de praktijk. Ook hebben zij bij de vormgeving van het kerkelijk leven allerlei beslissingen genomen met het oog op de toenmalige situatie. Lang niet alles in het kerkelijk leven is direct uit de Schrift af te leiden. Nannen versmalt echter ”alleen de Schrift” tot wat er letterlijk in de Bijbel geschreven staat. Daarmee doet ze de reformatoren geen recht, maar naar mijn overtuiging ook de Schrift zelf niet. Met name de wijsheidsboeken laten zien hoeveel waarde waarnemingen en de vertaling naar de praktijk hebben. Schriftuurlijke toetsing is en blijft nodig, maar dat is niet hetzelfde als de vraag of iets ”is terug te vinden in de Bijbel”.

Ook de geestelijke leiding die mensen in het pastoraat kunnen ervaren door het spreken van de Heilige Geest wordt gewantrouwd. Laat ik direct toegeven dat er verschil is: Gods spreken in de Bijbel is altijd de norm waaraan onze ervaringen worden getoetst, ook als we menen door God geleid te worden. Omdat Nannen dit onderscheid onvoldoende in rekening brengt, zijn volgens haar allerlei ervaringen subjectief en kunnen ze zelfs door demonen ingegeven zijn.

Mijn conclusie is dat het boek heel wat populaire literatuur bespreekt en meermalen terechte waarschuwingen bevat, maar in aanpak onwetenschappelijk is en geen recht doet aan diverse auteurs. Erger nog is dat Nannens eigen uitleg van Bijbelteksten vaak de norm is en dat alle besproken praktijken in een biblicistisch kader worden geplaatst. Ook doet ze geen recht aan Gods leiding van Zijn Kerk in de loop van de geschiedenis. Het boek is negatief getoonzet doordat de auteur aangeeft hoe het niet moet; een positief alternatief ontbreekt. De inhoud stelt daarom in veel opzichten teleur.


Boekgegevens

Waarlijk vrij? Bevrijdingspastoraat in het licht, Els Nannen; uitg. Voorhoeve, Kampen, 2010; ISBN 978 90 297 9576 0; 473 blz.; € 29,90.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer