Een fraaie voorjaarszon werpt z’n stralen over Kootwijkerbroek. Een paar zwarte en bruine kippen scharrelen aan de Wesselseweg. Ogenschijnlijk niets aan de hand.

Alarmerende borden ”vervoersverbod” spreken een andere taal. Wim Mulder (44) zit aangeslagen aan de keukentafel. In zijn kippenschuur zijn donderdagavond 8800 legkippen geruimd. „Ik ben erg geschrokken.” Mannen in witte pakken ontsmetten zijn kippenschuur.

De uitbraak overvalt Mulder volledig. Sinds een maand houdt hij legkippen. De Kootwijkerbroeker had al kalveren en varkens. „Die verzorgde ik ’s morgens en ’s avonds, overdag had ik een bijbaan.” De varkens zijn de deur uitgedaan, het bijbaantje is opgezegd om kippen te kunnen houden.

De eerste verdenking ontstaat woensdagavond. „De kippen waren wat ziekig. Niet ernstig, maar de voeropname was wat minder. Niks bijzonders op zich”, vertelt Mulder.

De Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) neemt bij dertig kippen een monster en stuurt deze naar de Gezondheidsdienst in Lelystad. Voor de kippen- en kalverboer begint het lange wachten. De uitslag kan er om 9.00 uur zijn. Het duurt uiteindelijk tot 17.00 uur. „Dat is zó slopend. De ruiming is uiteindelijk minder erg dan de onzekerheid van het wachten. Je weet niet waar je aan toe bent.” De uitslag blijkt positief. „Ik kan het nog niet bevatten.”

De ruiming gaat hem niet in de koude kleren zitten. „Ingrijpend. Ze stoppen een gasslang in de schuur en even later liggen al je kippen dood op de grond. Ik kan het nog niet geloven. Ik heb er nooit rekening mee gehouden dat dit zou kunnen gebeuren. Je vraagt je af: Waar ben ik aan begonnen?”

De lange wachttijd maakt Mulder enigszins wantrouwend. „Lelystad heeft bij de MKZ écht fouten gemaakt. Maar misschien ben ik wat te achterdochtig.” Werk gaat hij er ieder geval niet van maken.

VWA-coördinator Harry Rozendaal geeft aan de keukentafel tekst en uitleg. „Lelystad wil absolute zekerheid hebben.” De uitbraak in Kootwijkerbroek ligt extra gevoelig door de MKZ van tien jaar geleden, erkent de VWA’er. „Er mag niet de minste twijfel ontstaan.” Mulder grijnst. „Ze hebben leergeld betaald.”

De kippenhouder moet zijn stal ontsmetten en twee weken afsluiten. Daarna opnieuw ontsmetten en een week afsluiten. Ten slotte nog een keer ontsmetten en drie weken afsluiten. Na controle kan de stal dan worden vrijgegeven. „Maar we kijken heel precies”, waarschuwt Rozendaal. „Alles moet schoon.”

De VWA gaat alle bedrijven in een straal van een kilometer rond het getroffen bedrijf controleren. Mulder houdt zijn kinderen voorlopig even thuis. „Op school zitten ook kinderen van andere kippenhouders. Je wilt elk risico vermijden, hé? De vogelgriep is zó besmettelijk.”

In de keuken staat een Statenbijbel, in een mandje ligt de cd ”Lijdenstijd”. „Je vraagt je af waarom Kootwijkerbroek weer wordt getroffen”, zegt de kippenboer, behorend tot de gereformeerde gemeente. „Ik weet het niet.”