Voedselzekerheid in 2050 haalbaar, maar enorme opgave
Het is mogelijk om in 2050 de wereldbevolking van 9 miljard mensen te voeden, stelt prof. dr. ir. Martin van Ittersum. Maar dat is geen gemakkelijke opgave.
Hebben we in 2050 nog wel genoeg te eten op de wereld? De wereldbevolking zal tegen die tijd zijn gegroeid van 7 tot 9 miljard zielen. De vleesconsumptie in de opkomende economieën, zoals India en China, gaat sterk stijgen en tegelijkertijd zal er een verschuiving van grondstofproductie van fossiel (olie) naar hernieuwbaar (planten) plaatsvinden. Per saldo betekent dat een groot beslag op landbouwgrond.
De huidige landbouwproductie wereldwijd bedraagt ongeveer 7 gigaton graanequivalenten (GE). De arme landen zullen extra voedsel nodig hebben vanwege de bevolkingsaanwas en het magere huidige dieet; de middelrijke landen zullen meer diervoeding (voor vlees en melk) en grondstoffen nodig hebben vanwege de toenemende vleesconsumptie en de opkomende ”biobased” economie, terwijl de rijke landen vooral groene grondstoffen willen voor hun economie op biobasis.
De wereldbevolking heeft in 2050 naar schatting 12 gigaton GE aan voedsel nodig. Als in 10 procent van het wereldenergieverbruik via landbouwproducten wordt voorzien, betekent dat liefst 5 gigaton extra, terwijl toepassing van een Europees eetpatroon op wereldschaal nog eens 6 gigaton extra vraagt en de totale behoefte op 23 gigaton zou brengen.
Het is de wereld in de vorige eeuw eerder gelukt om jaarlijks 2 procent groei van de voedselproductie te bereiken terwijl de wereldbevolking verdubbelde van 3 naar 6 miljard mensen. Dat was niet te danken aan een flinke groei van het landbouwareaal. Dat steeg slechts met 10 procent. Zo moet het ook in de toekomst gaan. De gemakkelijke vooruitgang is echter al geboekt en schaarste van bijvoorbeeld fosfaat, water en energie en klimaatsverandering maken het probleem complex. En we zullen veel meer rekening moeten houden met het milieu.
Berekeningen laten zien dat het theoretisch mogelijk is om aan de toekomstige vraag te voldoen. De maximale vraag van 23 gigaton GE kan geproduceerd worden met de huidige gewassen en graslanden. De grote vraag is hoe de kloof te dichten tussen wat nu geproduceerd wordt en wat theoretisch mogelijk is.
Daarvoor moet allereerst in kaart worden gebracht hoe groot die opbrengstkloof is en waardoor die wordt veroorzaakt. Dat kan en moet de basis zijn van gerichte, lokale verbetering van landbouwsystemen. De lage prijzen van voedsel de afgelopen tientallen jaren hebben politiek en maatschappij in slaap gesust en kortzichtig gemaakt. Er is te weinig geïnvesteerd in landbouwkundig onderzoek en ontwikkeling. En de gedachte dat onderzoek op gen- en celniveau voldoende is, is een utopie. Het dichten van de opbrengstkloof kan, maar het gaat niet vanzelf.
De auteur is hoogleraar plantaardige productiesystemen aan Wageningen Universiteit. Vanmiddag hield hij zijn oratie over voedselzekerheid in de toekomst.