Opinie

Commentaar: Arabische lente in Libië

Het moest een Arabische lente worden. De zon was opgegaan in Tunesië en Egypte. Libië en Syrië zouden volgen. Optimisme alom.

Hoofdredactioneel commentaar
12 May 2011 11:56Gewijzigd op 14 November 2020 14:55

Maar inmiddels is de glans is er behoorlijk af. In Tunesië en Egypte is de zaak nog allesbehalve beslist.

Veel ernstiger staat het er voor in Libië en Syrië. De heersers van deze landen hebben zich vast voorgenomen alle verzet de kop in te drukken.

Toen de burgeroorlog in Libië eind maart in een bloedbad dreigde te eindigen, nam de VN-Veiligheidsraad een resolutie aan die lidstaten machtigt de bevolking van Libië te beschermen. De resolutie kwam onder grote haast tot stand, omdat Gaddafi dreigde op een vreselijke manier te gaan huishouden in Benghazi.

Omdat die bloedbaden zich niet hebben voorgedaan, zou men kunnen zeggen dat het internationaal ingrijpen een succes is. Toch blijft het model dat aan de VN-resolutie ten grondslag lag problematisch. Het bieden van veiligheid aan burgers is –ook Bijbels gezien– inderdaad een van de hoofdtaken van een overheid.

Maar de volmacht daarvoor strekt zich alleen uit tot het eigen grondgebied. In een noodsituatie gelden andere regels. Als een buurman zijn vrouw en kinderen ernstig mishandelt, heb je de plicht het zwakke te beschermen. Zo heeft ook een overheid de plicht om in een ander land bloedbaden te voorkomen. Er valt dus een morele rechtvaardiging te geven voor de VN-resolutie.

De vraag is echter of de deelnemende NAVO-lidstaten zich beperken tot het beschermen van de Libische bevolking. In de afgelopen week zijn de woon- en verblijfgebouwen van Gaddafi onder vuur genomen. Zulke aanvallen hebben weinig te maken met het beschermen van de burgerbevolking. Ze passen beter in een model van ”regime change” zoals in Irak is toegepast.

Men kan natuurlijk zeggen: De beste bescherming van de bevolking is het wegwerken van Gaddafi. Maar dat gaat te kort door de bocht. In Irak heeft dat niet gewerkt, gezien de chaos in dat land.

Men kan erover twisten of die VN-resolutie over Libië er op dat moment had moeten komen. Maar nu die er eenmaal is, kan die niet werkende weg een ruimere interpretatie krijgen. Het zijn de rebellen die tegen Gaddafi vechten en de NAVO-troepen die proberen de burgerbevolking te beschermen. Dat is een bescheiden rol. Maar meer zit er met dit VN-mandaat niet in.

Terecht hebben sommigen gevraagd of de internationale gemeenschap ook in Syrië niet dezelfde interventie moet plegen. Maar evenzeer terecht hebben anderen op de rem getrapt.

Veel landen hadden natuurlijk gehoopt dat de internationale steun aan de rebellen de beslissende zet zou zijn en dat het regime-Gaddafi (ruim) voor eind april in elkaar zou storten. Maar de partijen bleken ongeveer even sterk. Aan beide zijden worden geen grote doorbraken gemeld.

Wie naar burgeroorlogen uit het verleden kijkt, weet dat dit nog maanden en zelfs jaren kan doorgaan. Voor alle regeringen die deze operatie steunen –de Nederlandse incluis– zal het de kunst zijn de publieke en politieke steun hiervoor te behouden.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer