Een gevangenisstraf van een jaar, zoals het Openbaar Ministerie twee weken geleden had geëist, vond de rechtbank „geen recht doen aan de omstandigheden”. De man heeft namelijk nooit over het geld beschikt. Nadat hij een jaar geleden ruim 2 miljoen van de UT naar een eigen rekening in Peru had overgeboekt, kreeg hij diezelfde dag nog spijt. Hij probeerde de transactie ongedaan te maken en biechtte uit eigen beweging alles op aan zijn superieuren.

Hoewel het totale bedrag al snel weer op de rekening stond van de UT, zegt de UT bijna een halve ton schade te hebben geleden, waarvan 20.000 euro wegens onderzoekskosten. Om dit bedrag op de voormalige werknemer te kunnen verhalen, was de UT een civiele procedure gestart. De rechtbank besloot vorige week dat de man slechts 4500 euro aan de UT hoeft te betalen, onder meer omdat het onderzoek bij de UT betrekking had op algemene lacunes in procedures bij de UT.