Populisme werkt in Nederland anders dan in Duitsland
De populist is de makelaar van de kleine man en scheldt op de elite. Zo gaat het overal ter wereld. Ook in Nederland en Duitsland werkt dat zo. Dat blijkt uit de bundel ”Populismus in der modernen Demokratie”, waarin artikelen door wetenschappers uit beide landen staan.
Het is overigens niet élke kleine man die de populist vertegenwoordigt. Het gaat om dé kleine man, dat wil zeggen: de échte Nederlander (of Duitser). De rest doet er niet toe: immigranten, moslims, of –zoals in nazi-Duitsland– Joden.
Hier ligt dus de zwakheid van de absolute claim van de populist. Tegenover de elite stelt hij dat hij als enige de problemen van de kleine man erkent. Maar ook hij heeft zijn plebs.
Het waren de herinneringen aan de Holocaust en de goelag die het populisme lange tijd buiten de deur hielden. In Nederland lijkt dat echter over. Na de opkomst van de SP in 1994 en Fortuyn in 2002 hebben we ons bij hun stemmingmakerij neergelegd.
Zouden we er ook zo makkelijk over denken als ditzelfde in Duitsland zou gebeuren? Hitler is het schoolvoorbeeld van elk populisme. Waarschijnlijk blijft de oude angst in Duitsland toch langer bestaan.
Het Duitse populisme zit momenteel vooral bij Die Linke (voortzetting van de Oost-Duitse regeringspartij). Die piekte in 2009 onder de leus ”Raus aus Afghanistan”.
In Nederland werkt deze partij samen met de SP. Interessant is echter dat beide partijen de weg van de matiging zijn ingeslagen. Datzelfde zien we nu natuurlijk ook rond Wilders. Over de toekomst van het populisme weten we dus helemaal niets.
Boekgegevens
Populismus in der modernen Demokratie. Die Niederlande und Deutschland im Vergleich, Friso Wielenga en Florian Hartleb (red.); uitg. Waxmann, Münster, 2011; ISBN 978 38 30 924 449; 244 blz.; € 24,90.