Japan sluit kerncentrale bij breuklijn
TOKIO (ANP/AFP) – Premier Naoto Kan van Japan heeft vrijdag opdracht gegeven om twee kernreactoren te sluiten bij een gevaarlijke breuklijn tussen twee aardplaten. Het besluit komt acht weken nadat een zware aardbeving en een hoge tsunami de kerncentrale Fukushima I hadden beschadigd.
Seismologen hebben al langer gewaarschuwd voor een grote aardbeving in de regio Tokai, waar de kerncentrale Hamaoka is gevestigd. „De autoriteiten hebben gemeld dat de kans op een aardbeving met de kracht van 8,0 in het gebied van de Hamaokacentrale in de komende dertig jaar 87 procent is”, zei Kan. „Dit besluit is genomen voor de veiligheid van het volk.”
De Hamaokacentrale heeft vijf reactoren, waarvan er twee actief zijn. Twee zijn al stilgelegd in 2009 en één is in onderhoud.
Exploitant Chubu Electric kondigde recentelijk aan een dijk van minstens 12 meter hoog te bouwen rond de centrale. Die moet de installatie beschermen tegen hoge vloedgolven.
Greenpeace verwelkomde het besluit om de Hamaokacentrale stil te leggen. Het is volgens de milieubeweging de gevaarlijkste centrale in Japan. „Dit is de eerste keer dat een premier direct de sluiting heeft gevraagd van een kerncentrale in Japan. Het kan niet de laatste keer zijn”, zei directeur Junichi Sato van de milieuorganisatie. „Fukushima heeft ons sterk herinnerd aan de gevolgen van kernenergie. Er zijn nog veel gevaarlijke reactoren actief.”
Japan is de op twee na grootste economie ter wereld en haalt 30 procent van de stroom uit kernenergie. Het gebied wordt echter ook getroffen door één op elke vijf aardbevingen ter wereld.
Het gebied waarin de kerncentrale Fukushima I ligt, werd in maart getroffen door een aardbeving met de kracht van 9.0 op de schaal van Richter. Mede door de tsunami die erop volgde, kwamen 14.800 mensen om en zijn elfduizend personen nog vermist. Tienduizenden huizen zijn verwoest. De ramp leidde ertoe dat alle koelsystemen van de Fukushima I-centrale uitvielen. Het leidde tot het grootste lek aan radioactieve straling sinds het ongeluk in het Oekraïense Tsjernobyl in 1986.