Gevechten tussen betogers en militairen hebben alleen al in de Zuid-Syrische stad Deraa aan zeker twintig mensen het leven gekost. Volgens het leger zijn vier militairen gedood door „terroristen”, waarmee meestal betogers worden bedoeld. Activisten voor de mensenrechten meldden de dood van zestien burgers. Tientallen burgers zouden gewond zijn geraakt.

Leden van de veiligheidsdiensten openden het vuur, toen duizenden mensen uit de omgeving hulp en voedsel naar de stad Deraa brachten. De stad is sinds maandag door het leger van de buitenwereld afgesloten. In geïmproviseerde mortuaria zouden stoffelijke overschotten liggen van zeker 83 doodgeschoten mensen, onder wie vrouwen en kinderen.

Een bron binnen het ziekenhuis in de stad Tablas, 12 kilometer ten noordwesten van Deraa, zei dat daar vijftien met kogels doorzeefde lijken waren binnengebracht. 38 inwoners van Tablas zouden verwondingen hebben opgelopen.

Ook in de hoofdstad Damascus, in de kuststad Banias, in Homs en in het Koerdische oosten van het land waren protesten, aldus de oppositie. In Homs zijn zeker twaalf doden gevallen. In de kustplaats Latakia waren volgens een oppositieleider schoten te horen.

De betogers eisen al enkele weken lang het vertrek van president Bashar al-Assad en zijn regime. Het harde ingrijpen van de autoriteiten heeft naar verluidt al honderden levens gekost.

Een getuige zei dat bussen vol mensen uit dorpen in de buurt op weg zijn naar Deraa, niet ver van de grens met Jordanië. „De sluipschutters staan op daken van gebouwen en vuren op alles wat beweegt. Zij verhinderen dat mensen de straat opgaan”, zei een inwoner tegen het tv-station al-Jazeera.

De wegen naar Damascus zouden vrijdagmorgen zijn afgesloten om te voorkomen dat mensen van het platteland in de omgeving naar de hoofdstad zouden komen.

VN-mensenrechtenraad

De VN-mensenrechtenraad heeft vrijdag het dodelijke geweld van de Syrische overheid tegen vreedzame betogers veroordeeld. De raad vraagt de VN-commissaris voor mensenrechten een onderzoek in te stellen naar het bloedvergieten in Syrië.

De oproep was opgesteld door de Verenigde Staten en kreeg steun van Europese, Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse landen. Arabische landen zoals Saudi-Arabië, Qatar en Jordanië onthielden zich van stemming of waren even weg tijdens de stemming.

VN-commissaris voor mensenrechten Navi Pillay onderhandelt inmiddels met Syrische autoriteiten over het bezoek van een onderzoeksteam. Syrië stelt daarbij bepaalde voorwaarden.

De Syrische ambassadeur erkende dat er „vreedzame demonstraties voor hervormingen” waren. De veiligheidsdiensten zouden daarbij zijn opgetreden tegen „groepen saboteurs”.

Sancties

Ambassadeurs van de 27 lidstaten van de EU hebben vrijdag in Brussel besloten tot sancties tegen Syrië. Dit is na de vergadering van diplomaten vernomen. Het besluit moet nog formeel worden goedgekeurd door de ministers van Buitenlandse Zaken.

De EU kondigt een wapenembargo af om de druk op het Assad-bewind op te voeren. Een inreisverbod voor de president en zijn entourage staan nog ter discussie, net als een bevriezing van hun tegoeden.

Ook wordt gekeken naar de opschorting van de Europese hulpprogramma’s, met een waarde van zo’n 130 miljoen euro. Verder is een bevriezing denkbaar van Europese investeringsfondsen voor het land (ruim 1,3 miljard euro).