ECRR: Meer doden door kernramp Tsjernobyl
ABERYSTWYTH – Het aantal extra kankerslachtoffers door de kernramp in Tsjernobyl zal binnen 25 jaar mogelijk stijgen naar 1,4 miljoen wereldwijd. Dat berekende het Europees comité voor stralingsrisico’s ECRR deze week op basis van de verspreiding van radioactieve deeltjes door de kernramp in Tsjernobyl.
Eerder kwam ECRR met een schatting van 985.000 doden naar buiten op basis van de berekeningen van de Russische stralingsdeskundige Alexey Jablokov.
De commissie gebruikte twee rekenmethodes: de zogeheten Tondelmethode en de ECRR-methode. De Tondelmethode is gebaseerd op een onderzoek van de Zweedse onderzoeker Martin Tondel en gaat uit van de hoeveelheid radioactieve fall-out per vierkante meter. De ECRR-methode houdt rekening met de dosis radioactieve straling die het lichaam kan binnendringen.
De Tondelmethode leverde ongeveer 2,45 miljoen extra kankerslachtoffers op door Tsjernobyl tot 2036. Met de ECRR-methode zou het aanvankelijk gaan om 1,4 miljoen extra gevallen van kanker door Tsjernobyl tussen 1986 en 2036. Jablokov houdt het in zijn nieuwe studie op 900.000 tot 1,4 miljoen extra doden tussen 1986 en 2011. Die uitkomst spoort tamelijk goed met de herziene berekening van ECRR.
Of deze prognoses zullen uitkomen, is de vraag. Beide methoden gaan ervan uit dat ook lage doses radioactieve straling schadelijk zijn voor de gezondheid.
Internationale organisaties zoals het atoomagentschap IAEA en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gaan ook uit van een rechtlijnige stijging van het risico vanaf nul.
„Een tien keer zo hoge dosis geeft een tien keer zo grote kans op kanker en omgekeerd. Er is waarschijnlijk geen drempel waaronder straling niet schadelijk is. Ook lage doses kunnen op termijn kanker veroorzaken”, zo verwoordde stralingsdeskundige dr. Ronald Smetsers van het RIVM dat standpunt eerder in deze krant.
Dat de IAEA en de WHO desondanks uitkomen op veel lagere schattingen van het aantal slachtoffers van Tsjernobyl dan de ECRR komt onder meer doordat zij een ander risicomodel hanteren als het gaat om de gevolgen van inwendige blootstelling aan radioactieve deeltjes.