EU overlegt met VS over luchtvaart
Europees transportcommissaris De Palacio mag onderhandelingen beginnen met de VS over een grootschalig luchtvaartakkoord.
Dat moet de bestaande ”open sky”-akkoorden van de huidige lidstaten, waarin landingsrechten zijn geregeld, vervangen. Staatssecretaris Schultz van Haegen (Verkeer en Waterstaat) verwacht dat deze onderhandelingen ettelijke jaren zullen duren.
Na jarenlange onderhandelingen stemden de EU-lidstaten donderdag tijdens overleg van de Europese verkeersministers in Luxemburg ermee in om De Palacio de onderhandelingen te laten voeren, zoals ook het EU-Hof van Justitie eist.
Nederland, dat als eerste een open sky-overeenkomst met de VS sloot, heeft wel garanties bedongen dat het er niet op achteruitgaat. Zo mag Nederland zaken uit het eigen akkoord met de VS behouden als een toekomstige Europese overeenkomst daar niet in voorziet.
Op de lange termijn moet de Europese Commissie als dagelijks bestuur van de EU ook de onderhandelingen voeren over landingsrechten met andere landen als Japan en Rusland. Voorlopig blijven de lidstaten de onderhandelingen zelf voeren. Bij deze besprekingen zullen echter ook al commissievertegenwoordigers aanschuiven.
Ook vertegenwoordigers van grote luchtvaartmaatschappijen krijgen een rol bij de onderhandelingen. Daarvoor gaan de lidstaten nog wel een regeling uitwerken, om te voorkomen dat alle maatschappijen bij het overleg aanwezig willen zijn.
Groot-Brittannië, Spanje en Griekenland hebben momenteel overigens nog geen aparte verdragen met de VS.
Verder is ook afgesproken dat bij fusies of overnames van maatschappijen uit verschillende EU-lidstaten de landingsrechten niet verloren gaan zolang deze ondernemingen in de landen van herkomst gevestigd blijven. Daardoor kan een grote concentratieoperatie in de Europese luchtvaart op gang komen. Het feit dat landingsrechten verloren gingen bij overnames of fusies hield de al jaren verwachte consolidatie in de luchtvaart tot nu toe tegen.
De luchtvaartmaatschappijen zelf noemen het besluit van donderdag een doorbraak. „Dit maakt de weg vrij voor een werkelijk geliberaliseerde luchtvaartbranche”, aldus voorzitter Rod Eddington van AEA, de branchevereniging van de Europese luchtvaart. „Het kan ook de weg vrijmaken voor internationale fusies en overnames.”
Luchtvaartmaatschappijen krijgen overigens een jaar uitstel om hun bestaande landingsrechten op Europese luchthavens te gebruiken. Normaal krijgen zij voor een jaar een bepaald aantal zogeheten slots of mogelijkheden om te landen toegewezen.
Daarvan moeten zij een bepaald percentage gebruiken, om het algemene landingsrecht niet kwijt te raken. Door de oorlog in Irak en vanwege de SARS-crisis is er echter veel minder gevlogen, waardoor ze snel hun landingsrechten zouden verliezen. De EU-bewindslieden hebben nu besloten pas over een jaar weer te kijken of maatschappijen hun rechten wel genoeg gebruiken.