„Regels Afghaanse meisjes willekeurig”
DEN HAAG (ANP) – De Tweede Kamer steunt de voorstellen van minister Gerd Leers (Immigratie en Asiel) om meisjes niet terug te sturen naar Afghanistan als ze te verwesterd zijn. Maar de oppositie vindt de grenzen die de minister stelt, te vaag en te willekeurig.
Dat bleek woensdag tijdens een debat met de minister in de Tweede Kamer. Meisjes hoeven niet terug naar Afghanistan als ze daar onder te grote psychosociale druk komen te staan, onder meer omdat ze door langdurig verblijf in Nederland een westerse leefstijl hebben.
Maar de oppositie vraagt zich af waarom dit ook niet voor jongens, homoseksuelen of christenen kan gelden. Ook voor andere landen zou Leers kunnen kijken of deze maatregelen nodig zijn. Maar volgens de minister is de situatie van vrouwen in andere landen niet te vergelijken met de omstandigheden in Afghanistan.
Ook voor jongens geldt een „volstrekt andere situatie” in Afghanistan dan voor meisjes, zei Leers. Voor mensen die door hun geloof of seksuele geaardheid in het land van herkomst in de problemen dreigen te komen, is er altijd een individuele toetsing.
De minister wierp het verwijt van willekeur dan ook verre van zich. Als er aanleiding voor is, kan hij ook bij andere landen gaan bekijken of de terugkeer van een bepaalde groep mensen hen onder te grote druk zou zetten, maar dat is nu niet aan de orde.
De beoordeling van de Afghaanse meisjes volgens de nieuwe regels kan pas plaatsvinden als deze ook formeel zijn vastgelegd. Op antwoord van Kamerfracties die zich daarover zorgen maakten, zei Leers dat tot die tijd de meisjes die ervoor in aanmerking kunnen komen, het land niet uit hoeven.
De kwestie van verwesterde Afghaanse meisjes die met hun familie al jarenlang in Nederland zijn, begon te spelen door de zaak van het meisje Sahar Hbrahim Gel, dat met haar familie het land dreigde te worden uitgezet. De regels rond verwestering zouden voor enkele tientallen meisjes kunnen gaan gelden.
Bij de inschatting van al te grote druk bij terugkeer is onder meer de leeftijd van het meisje van belang in relatie tot de duur van het verblijf in Nederland: minstens tien jaar oud en acht jaar in Nederland. Medische omstandigheden en de samenstelling van het gezin kunnen ook meetellen. Dit moet telkens weer individueel worden vastgesteld.