PKN maakt zich met besluit kerkelijk werker niet los van wereldkerk
Met het besluit dat de kerkelijk werker ambtsdrager kan worden, vervreemdt de Protestantse Kerk in Nederland zich niet van de wereldkerk, reageert dr. A. J. Plaisier op dr. J. Kronenburg (RD 23-4). Ze geeft juist gehoor aan haar roeping om kerk te zijn in deze tijd.
Dr. Kronenburg meent dat de Protestantse Kerk door recente besluiten afscheid neemt van de wereldkerk. Zij dreigt voortaan als protestantse sekte door het leven te gaan. Zij heeft namelijk besloten dat de hbo-opgeleide kerkelijk werker ouderling wordt. Zij heeft tevens besloten dat in bijzondere situaties die ouderling-kerkelijk werker ook de bevoegdheid van Woord en sacrament krijgt.
Volgens de kerkorde van de Protestantse Kerk is het mogelijk voor gemeenten in bijzondere missionaire, diaconale of pastorale omstandigheden bevoegdheid te verlenen aan een daartoe aangewezen ouderling (of diaken) om ambtswerkzaamheden als van een predikant te verrichten (ordinantie 2, 18). Dat is een wijs artikel: het heeft oog voor plaats en omstandigheid. Het is een afwijking van de regel, en wie een ‘strikte’ ambtsopvatting heeft, zal deze afwijking afwijzen.
Gelukkig staat het in de kerkorde toch zo. Wij kunnen onze ogen niet sluiten voor nieuwe ontwikkelingen. We kunnen de ogen evenmin sluiten voor nood. Er zijn kleine gemeenten die zich geen academisch opgeleide predikant kunnen veroorloven. Die nood wordt serieus genomen. Daarom heeft de generale synode onlangs besloten in analogie met ordinantie 2,18 aan sommige ouderlingen-kerkelijk werkers deze bevoegdheid te geven. Op grond van duidelijke criteria.
Het is eigen aan het protestantisme om oog te hebben voor plaats en tijd. Dat heeft niets te maken met slordigheid of maar wat aanrommelen. Het is een diep besef dat onze orde en ook onze ambtsorde niet samenvallen met het Koninkrijk van God. Dan zoek je de ruimte op die er in je orde en je ambtstheologie is, met het oog op het leven. En soms ga je een stap over een begrenzing heen, leef je (even of langer) onder een uitzonderingsbepaling of overgangsregel. Ter wille van je roeping om kerk te zijn in de plaats en in de tijd waarin je gesteld bent.
Singuliere gaven
Volgens dr. Kronenburg is het een oecumenische, gereformeerde en katholieke doodzonde dat de ouderling-kerkelijk werker in bijzondere omstandigheden de bevoegdheid krijgt de sacramenten te bedienen. Voor hem is ouderling slechts een hulpambt. Eigenlijk is er maar één ambtsdrager. Dr. Kronenburg weet ons te vertellen dat volgens Calvijn de ouderling eigenlijk een burgermannetje is, nodig om tucht uit te oefenen. Daarna is het kennelijk al misgegaan en heeft de ouderling echte ambtswaardigheid gekregen. Volgens dr. Kronenburg is de enige echte ambtsdrager de predikant. Over de diaken heeft hij het helemaal niet.
De lutherse synodeleden krijgen nog een aparte veeg uit de pan: die hadden toch wel eens onversneden luthers mogen zijn. Wat dat laatste betreft: we hebben geen „lutherse synodeleden”, alleen afgevaardigden van de evangelisch-lutherse synode. En: we leven in de Protestantse Kerk met de kerkorde zoals die in gezamenlijkheid is afgesproken. In de kerkorde zijn dus beide tradities ‘ingegaan’.
Die kerkorde stelt dat in de kerk een predikant geacht wordt een academische opleiding te hebben genoten. In een samenleving waarin de weg naar de academie niet alleen is weggelegd voor een elite, is dat een goede zaak. Wil je dominee worden? Dan ga je naar de universiteit. Punt.
Zijn er geen alternatieven? Ja, er is er één: singuliere gaven. Dr. Kronenburg citeert die mogelijkheid. Hij gaat echter de fout in door die bepaling toe te passen op de kerkelijk werker. Singuliere gaven zijn van een andere orde. Daarom is zijn voorstel om de kerkelijk werker op deze gronden predikant te maken onjuist.
Lelijke eendje
Is de Protestantse Kerk nu het lelijke eendje in de oecumenische vijver? Dat valt wel mee. Die vijver is wat groter dan dr. Kronenburg ons doet geloven. We kijken niet alleen in de voor hem favoriete richting van kerken die het bisschopsambt kennen. We letten bijvoorbeeld ook op een zusterkerk, de grote Evangelische Kirche im Rheinland (meer dan 2,5 miljoen leden), lidkerk ook van de Evangelische Kirche in Deutschland (EKD), die een flink aantal ambtsdragers (zogenaamde ”Ehrenamtliche”) eveneens ambtsbevoegdheden als van een predikant heeft verleend.
Tot slot: dr. Kronenburg spreekt over ”ordineren”. Ik kom deze term niet tegen in de kerkorde van de Protestantse Kerk, noch in haar dienstboeken. Daar wordt gesproken over de ”bevestiging in het ambt”.
De generale synode heeft lang over de problematiek gesproken. Nu heeft zij een knoop doorgehakt. Natuurlijk, het had anders gekund. Maar met deze oplossing heeft de Protestantse Kerk zich zeker niet losgemaakt uit de wereldkerk.
De auteur is scriba van de Protestantse Kerk in Nederland.