In die ontmoeting zijn volgens Rutte geen toezeggingen gedaan, maar dat ging er maar moeilijk in bij de oppositie, die vermoedt dat Rutte Robesin heeft gelijmd met beloftes over de Zeeuwse Hedwigepolder. Robesin had immers na de ontmoeting gemeld dat hij bij de Eerste Kamerverkiezingen op 23 mei niet op de Onafhankelijke Senaatsfractie (OSF), maar op een coalitiepartij gaat stemmen.

Rutte bleeft bij zijn standpunt dat er niets onoirbaars was aan zijn gesprek en dat hij het in de toekomst gewoon weer zal doen, ook in het Torentje. Dat is nou eenmaal zijn werkkamer, redeneerde de premier. Hij betoogde dat Robesin zich als zwevende kiezer eerst bij Wilders en daarna ook bij hem had gemeld. Voor de premier is het een verantwoordelijkheid om te zorgen voor draagvlak in de Tweede en Eerste Kamer. Aangezien een meerderheid voor het kabinet in de Senaat nog onzeker is, kan de stem van Robesin van groot belang zijn.

Volgens Rutte is het niet ongepast om onder het kleine electoraat van 566 Provinciale Statenleden te werven bij zwevende kiezers als Robesin. Als zich morgen een ander Statenlid meldt met twijfels, is ook die welkom in het Torentje.

De oppositie in de Kamer was daarover bijzonder kritisch. Volgens PvdA-leider Cohen schaadt Rutte zo het ambt van minister-president. Alexander Pechtold (D66) concludeerde dat de glans meer en meer van Ruttes premierschap afgaat. Jolande Sap (GroenLinks) noemde het „ronselen” van Robesins stem „twee keer fout” en „rechtstatelijk verwerpelijk”. Emile Roemer (SP) noemde het „te genant voor woorden”.

Rutte kreeg wel steun van de regeringspartijen VVD en CDA, van gedoogpartij de PVV en van de SGP. Geert Wilders benadrukte dat Robesin niets is beloofd. „Nul komma nul is afgesproken, niets is bedisseld.”

Toen ook Rutte ontkende toezeggingen te hebben gedaan, maar verder niets wilde zeggen over het gesprek, stelde de oppositie dat de schijn van een deal (Cohen), de schaduw van twijfel (Pechtold) of zelfs de geur van het kopen van een stem (ChristenUnie-fractievoorzitter André Rouvoet) was blijven hangen.

„Als u mij niet vertrouwt, moet u een motie van wantrouwen indienen”, zei Rutte tegen Cohen. „De heer Cohen denkt: als ik het maar tien keer zeg, is er schijn. Maar zo werkt het niet.” De motie van wantrouwen kwam er niet.

Robesin kondigde dinsdagavond in een gesprek met Omroep Zeeland aan een open brief te gaan schrijven aan de Tweede Kamer. Het Statenlid heeft dinsdag met veel ergernis naar het spoeddebat in de Tweede Kamer gekeken over de conversatie van hem en Rutte in het Torentje. „Het was een mengelmoes van ongefundeerd wantrouwen, klinkklare leugens en nonsens uit de media. Wat over mij is gezegd, raakt kant noch wal.”