CDA, SP en CU: meer doen tegen geweld Syrië
DEN HAAG (ANP) – Regeringspartij CDA vindt met SP en de ChristenUnie in de oppositie dat het tijd is voor meer actie binnen de Europese Unie en de Verenigde Naties om het geweld in Syrië te stoppen. Tweede Kamerlid Henk Jan Ormel van het CDA zei maandag dat minister Uri Rosenthal (Buitenlandse Zaken) zich tot nu toe „te terughoudend” opstelt.
ChristenUnie-Kamerlid Joël Voordewind riep Rosenthal maandag op om zich binnen Europa en de VN in te zetten voor een VN-Veiligheidsraadresolutie, waarin de internationale gemeenschap het regime van president Bashar al-Assad duidelijk maakt het geweld tegen de bevolking niet te tolereren. „Ik maak me zorgen over slachting onder burgerbevolking van Syrië nu Assad met tanks en pantservoertuigen de stad Deraa is binnengetrokken”, aldus Voordewind. Zijn SP-collega Harry van Bommel: „Een veroordeling van het geweld is op zijn plaats”.
Ormel heeft Rosenthal vorige week dinsdag al opgeroepen om in EU-verband erop aan te dringen dat de VN-Veiligheidsraad zich uitspreekt over de situatie in Syrië. Maar hij is „ontstemd” over wat hij tot nu toe van de minister heeft gehoord.
De VVD-bewindsman heeft zondag in het tv-programma Buitenhof uitgelegd dat de omstandigheden in Syrië anders zijn dan in Libië, waarvoor een Veiligheidsraadresolutie voor internationaal ingrijpen is aangenomen. Hij stelde dat ondanks het geweld tegen de eigen burgers „we ook rekening moeten houden met de constellatie die er ligt” en in Syrië „het regime, leuk of niet, de zaak nog altijd heel erg in handen heeft”. Ook stelde hij dat de internationale omstandigheden anders zijn en dat daarmee rekening gehouden moet worden. Hij wees daarbij op landen, zoals Iran en Libanon.
Wel vindt Rosenthal dat de internationale gemeenschap nu alles naar vermogen moet doen om de druk op het regime in Syrië maximaal op te voeren. Zo moet Europa volgens hem ongeveer 130 miljoen euro aan lopende hulpprogramma’s richting het land opschorten. „Geld naar de autoriteiten in Syrië brengen op dit ogenblik is niet bepaald wat je moet doen”, stelde hij.
Volgens Van Bommel wordt het ook tijd om de Nederlandse ambassadeur in Syrië terug te roepen voor overleg, onder meer om te beoordelen welk advies aan Nederlandse burgers in het land moet worden gegeven.