„Laat clubs betalen voor politie”
Ze reageert verwonderd. Burgemeester Brouwer van Utrecht vindt dat voetbalclubs moeten meebetalen aan de enorme politie-inzet bij de stadions, maar ze krijgt haar collega’s Deetman van Den Haag en Opstelten van Rotterdam niet mee. „En ik ben nog wel van de PvdA.”
De Tweede Kamer had woensdag een keur aan deskundigen uitgenodigd om geïnformeerd te worden over de aanpak van het voetbalvandalisme. Onder hen de burgemeesters Deetman, Opstelten en Brouwer.
Wat ze gemeen hebben, is dat er betaald voetbal in hun gemeente wordt gespeeld met alle narigheid die daar tegenwoordig bij hoort. Alledrie kunnen ze daar, als beheerders van het plaatselijke politiekorps, over meepraten. Wat hen echter scheidt, is de kwestie of voetbalclubs moeten meebetalen aan de inzet van grote aantallen agenten.
Den Haag, Rotterdam en Utrecht zijn regelmatig het toneel van grootschalige voetbalonlusten. Supporters van het Haagse ADO hebben een beruchte reputatie, evenals die van Utrecht. In Rotterdam veranderde de binnenstad vorig jaar in een slagveld toen Feyenoord een internationale beker won. Over de andere twee betaalde voetbalclubs in de Maasstad heeft Opstelten niet te klagen. „De ene club kan ik alleen af, de andere met mijn vrouw erbij.”
Het zojuist gestarte kabinet-Balkenende II is het zat dat de gemeenschap volledig moet opdraaien voor de kosten die verbonden zijn aan de beteugeling van voetbalvandalen. Die lopen in de tientallen miljoenen euro’s per jaar. En dan nog laten hooligans zich niet afschrikken, zo kreeg de Tweede Kamer woensdag van politiezijde te horen. De harde kern kijkt de kat uit de boom en slaat toe als de politie eens wat minder agenten op de been heeft gebracht.
In het hoofdlijnenakkoord zeggen CDA, VVD en D66 toe dat er gewerkt wordt aan een wetswijziging. Er is een voorstel op komst „voor bijdragen aan de politiekosten bij commerciële manifestaties.” Daaronder vallen ook voetbalwedstrijden.
Burgemeester Opstelten onthulde woensdag dat deze formulering „bijna tot één persoon is te herleiden.” Die probeert volgens hem al twintig jaar lang dit idee te verwezenlijken. Desgevraagd zegt Opstelten dat hij doelt op D66’er Thom de Graaf, sinds kort minister van Bestuurlijke Vernieuwing. De Graaf was ooit beleidsambtenaar op Binnenlandse Zaken, Opstelten was er jarenlang directeur-generaal. Toen al was het meebetalen aan kosten van grootschalige politie-inzet een stokpaardje van De Graaf.
Ten tijde van het kabinet-Kok II werd het plan serieus opgepakt. Opstelten zag ook daar de hand van De Graaf in. Er kwam een commissie-Mans, die het voorstel overnam maar onvoldoende politieke steun kreeg.
Het lijkt zo logisch om voetbalclubs te laten bijdragen aan de kosten van politie-inzet. Toch hebben Deetman en Opstelten onoverkomelijke bezwaren. Zij vinden dat de zorg voor de veiligheid een kerntaak van de overheid is waar gebruikers niet voor dienen te betalen. „Veiligheid is geen koopwaar”, liet Deetman de Kamer weten.
Burgemeester Brouwer van Utrecht bleek het volledig met haar collega’s oneens te zijn. In de domstad dreigen de kosten die de politie moet maken om het voetbalvandalisme te bedwingen, finaal uit de hand te lopen. De inzet van de sterke arm is in Utrecht in vijf jaar verdubbeld. Daarom lanceerde Brouwer het plan om FC Utrecht te laten betalen voor de vergunning die de club voor iedere wedstrijd nodig heeft. Hoe de Tweede Kamer daarover denkt, is nog onduidelijk. De meeste korpsbeheerders lijken er in ieder geval niet voor te voelen.
„Ik begrijp het niet”, lucht de Utrechtse burgemeester na afloop van de bijeenkomst met de Kamer haar hart. „Het idee zou toch op zijn minst besproken moeten worden. Zo uitzonderlijk is het toch niet?”
Ze wijst erop dat er ook nu al voor extra politiediensten wordt betaald. „Gemeenteraden die meer politie-inzet willen dan is voorzien, kunnen tegen betaling extra surveillanten krijgen. Dan wordt bijvoorbeeld meer toezicht gehouden in een bepaalde wijk die bekend staat als onveilig.”
Ze benadrukt dat extra politie-inzet bij voetbalwedstrijden ten koste gaat van de veiligheid elders. Ze verwondert zich er dan ook over dat haar collega’s niets van het idee willen weten en heeft daar een extra reden toe. Brouwer behoort tot de PvdA en valt het kabinetsstandpunt bij, Deetman en Opstelten, als prominent lid respectievelijk van CDA en VVD, moeten er niets van hebben. De bal kan raar rollen.