De Amsterdamse Leidsestraat krijgt de eerste echte Starbucks store, daarna is het de beurt aan de hoofdstedelijke Beethovenstraat. „De ene is vooral gericht op toeristen, de andere op de Amsterdammers.” De winkels zijn in Nederland wat groter dan gemiddeld, Nederland is nu eenmaal minder een ‘koffie to go’-land. De andere zaken die dit jaar openen, kunnen zowel in steden als op stations komen. Starbucks exploiteert ze met of zonder partner.

Al in 2002 beloofde Starbucks naar Nederland te komen, dat werd vijf jaar later. Als gevolg van onder andere de economische crisis stokte de uitbreiding van de keten daarna. „Nu hebben we specifieke plannen, overeenkomsten en het kapitaal”, zegt Nelsen zonder concreter te worden.

In 2007 kwam de eerste vestiging op Schiphol, in hetzelfde jaar kwamen er daar nog twee filialen van de keten bij. Vervolgens was het de beurt aan de stations van Amsterdam, Utrecht en Leiden; Den Haag staat nu op het lijstje. Op de stations werkt Starbucks samen met NS-dochter Servex, op Schiphol met HMS Host. De nieuwe Amsterdamse filialen exploiteert Starbucks zelf.

Bij de uitbreiding ligt de focus vooralsnog op de Randstad. „Verder doe ik geen beloftes.” In de eerste nieuwe winkel gaan 25 mensen aan het werk, de tien nieuwe zaken leveren ruim tweehonderd banen op.

„Nederland heeft een geweldige koffiecultuur, we hadden dit lang geleden al moeten doen”, zegt Nelsen. Hij is ervan overtuigd dat Starbucks het alsnog goed gaat doen, ook al zijn er inmiddels ook andere partijen in het gat gesprongen. „Er is nog genoeg ruimte en gewoonlijk creëren we groei in een markt.” Ook als daar al anderen zitten, stelt hij.

„De gemiddelde Nederlander drinkt drie tot vier koppen koffie per dag, wij willen zoveel mogelijk van die koppen zijn.” Nelsen zegt dat Starbucks via de winkels op de stations heeft geleerd over de Nederlandse consument. „We passen ons een beetje aan. We veranderen niet de receptuur van de dranken, maar doen er wellicht een lokaal drankje bij en zeker appeltaart.”