Glasvezel middel tegen leegloop buitengebieden
Geef het Nederlandse platteland zo snel mogelijk snel internet, betoogt prof. dr. Dirk Strijker. Anders zullen bewoners en bedrijven wegtrekken uit de buitengebieden.
Voor plattelandsbewoners is het geen vanzelfsprekendheid om te skypen met een nichtje in Nieuw-Zeeland, even de vakantiefoto’s op Facebook te zetten of online de ontwikkeling van de melkprijzen bij te houden. In veel huishoudens in het buitengebied is internet traag. Het is tijd dat daar verandering in komt.
Elf jaar geleden schreef ik al aan de toenmalige VROM-raad wat de beste investering in de toekomst van het platteland zou zijn: een glasvezelkabel tot elke deur. We constateerden toen dat 75.000 adressen op het platteland in Noord-Nederland het zonder snel internet moesten stellen. In de afgelopen tien jaar is er bij mijn weten niets veranderd.
Het is daarom van belang dat we breedband voor het buitengebied opnieuw op de agenda krijgen. We mogen niet lang meer wachten. Je kunt op je klompen aanvoelen dat bedrijven en bewoners anders zullen wegtrekken van het platteland. Voor veel mensen is een snelle internetverbinding immers een basisvoorziening geworden, net als water, elektriciteit en een verharde weg. Gezinnen met opgroeiende kinderen of mensen die soms thuis werken, willen gewoon snel internet.
Uit onderzoek van een van mijn studenten blijkt dat ook kleine bedrijven in de dunbevolkte gebieden hun internetcapaciteit zien als een belangrijk punt van zorg. De kans bestaat dat, als er niets verandert, kleine consultancybureaus of architecten die we graag op het platteland hebben, zich ergens anders zullen vestigen.
De kans dat kabelmaatschappijen de benodigde kabels leggen, is klein. Voor hen is het aansluiten van de dunbevolkte gebieden onrendabel, omdat het leggen van de glasvezels duur is. Naar schatting zo’n half miljard euro.
Ook particulieren zullen niet snel breedbandkabels aanleggen. Er zijn wel initiatieven geweest om met een heel dorp een kabel te financieren. Maar in die gebieden hebben mensen vaak al schotels aangeschaft om televisie te kijken. Zij die minder behoefte hebben aan een goede internetcapaciteit willen dus niet meebetalen aan de glasvezelkabel.
Politici staan ook niet te springen. Je laat als politicus liever een zichtbaar gebouw na dan een paar dure kabels onder de grond. Bovendien is het een probleem dat de technologische ontwikkeling op dit gebied heel snel gaat, maar ook onvoorspelbaar is.
Ik vind hoe dan ook dat we niet langer kunnen wachten. Willen we voorkomen dat het platteland leegloopt, dan moeten die glasvezels er nu komen. Laten Den Haag en de provincies maar zorgen dat ze het geld bij elkaar krijgen.
De auteur is hoogleraar plattelandsontwikkeling aan de Rijksuniversiteit Groningen.