Opinie

Ook familie Tristan van der V. heeft recht op privacy

Binnen zes uur na de schietpartij circuleerde de naam van de Alphense schutter op internet: Tristan van der V., inclusief volledige achternaam, straatnaam, huisnummer, postcode en telefoonnummer. Vanaf dat moment begon de klopjacht op alle persoonlijke gegevens die er maar over hem te verzamelen waren.

S. M. de Bruijn
15 April 2011 17:02Gewijzigd op 14 November 2020 14:33

Dagbladen spanden deze week de kroon in het vergaren van elke splinter nieuws over het bloedbad. Het Algemeen Dagblad bracht maandag negen pagina’s en op dinsdag en woensdag zeven pagina’s over het drama. De Telegraaf meldt dat er elf verslaggevers op de zaak gezet zijn.

Er is vrijwel niemand meer te vinden die er nog niet over bevraagd is: de kapper waar Tristan zich liet knippen, de cassière die vrijdag nog paastakken aan Tristan verkocht, de medewerker van de coffeeshop waar hij wel eens kwam, de politieagent die zijn lichaam aantrof, de schoenmaker die wel eens wat gemaakt had voor de ligfiets van Tristans vader, de collega van het distributiecentrum van een supermarktketen waar Tristan zeven jaar geleden een dagtripje mee maakte en een vrouw die drie jaar geleden schilderlessen bij de vader van Tristan volgde.

Je kunt je afvragen wat media beogen bij het zo tot op het bot uitbenen van een verschrikkelijke gebeurtenis. Nieuwsgaring moet een doel hebben, zou je denken. Niet het informeren van de lezer, want de verhaaltjes voegen weinig toe aan de feiten. Ze onthullen vooral persoonlijke details over de dader, diens ouders en vrienden. Omdat politie en burgemeester die details niet meedelen, schrapen journalisten ze bij elkaar uit de directe buurt van dader en slachtoffers. Omstanders en ooggetuigen vertellen emotioneel over het gebeurde. Met die schokkende verhalen spelen media weer in op de gevoelens van de lezer. En dat is gunstig voor de oplagecijfers en de losse verkoop van de dagbladen.

Wat is er eigenlijk mis met deze vorm van journalistiek? Van alles. Media dienen de persoonlijke levenssfeer van mensen te beschermen. De Raad voor de Journalistiek wijdt in z’n leidraad een speciale paragraaf aan privacy bij calamiteiten. „Met het oog daarop dient de journalist informatie over slachtoffers en nabestaanden die niet noodzakelijk is om de aard en ernst van ongeval of ramp weer te geven, achterwege te laten.” Anders bemoeilijkt hij het verwerkingsproces en doet hij de nabestaanden onnodig extra leed aan.

In het verlengde daarvan ligt de regel om niet de naam van verdachten of veroordeelden te publiceren. Dat ging zaterdag bij Tristan van der V. al snel fout: aan het eind van de middag werd zijn volledige naam rondgetwitterd en om tien over zes verscheen die op de website van De Telegraaf. Andere nieuwssites, de NOS en RTL volgden snel. Maandagmorgen bleek dat een aantal kranten toch een initiaal gebruikte in plaats van de achternaam: Trouw, de Volkskrant en het Nederlands Dagblad. Ook het NRC Handelsblad volgde die lijn „ter bescherming van de privacy van familie en van anderen met deze familienaam. In weerwil van Twitter en De Telegraaf stellen we ons terughoudend op.”

In andere landen hecht men vaak meer waarde aan het recht op informatie dan aan het recht op privacy. Bekend voorbeeld is de aanhouding van Joran van der S. in Chili, verdacht van de moord op Natalee Holloway en Stephany Flores. In Nederland zou zo’n verdachte met een geblindeerde auto afgevoerd zijn, maar eenmaal in Peru was er sprake van een compleet mediafeestje. Journalisten konden hem vragen stellen en hij moest drie keer heen en weer lopen langs de cameraploegen.

Van der S. is in deze krant ook regelmatig aangeduid als Van der Sloot. De bescherming van de privacy dient geen enkel doel meer zodra iemands naam algemeen bekend is. Het is lachwekkend om te spreken over het proces tegen Geert W. en de aanhouding van Saddam H.

Daarom is maandagmorgen op de redactie van het Reformatorisch Dagblad ook nagedacht over de aanduiding van Tristan van der V. Als alle media de initialenrichtlijn loslaten, is het zinloos om dat als enige krant vol te houden. We hechten aan die lijn omdat er Bijbelse argumenten voor zijn. Geschreven tekst valt evenals gesproken woorden onder de richtlijn van Jakobus, die in het derde hoofdstuk van zijn brief ingaat op de zonden van de tong. De Heidelbergse Catechismus noemt lichtvaardig en onverhoord veroordelen van mensen in strijd met het negende gebod en spoort juist aan om de eer en het goede gerucht van onze naaste te bevorderen. Zonden mogen niet goedgepraat of verzwegen worden, maar daar past geen ”naming and shaming” bij. Overigens kan dat beleid in de loop van de tijd verschuiven, zoals bij een bericht over de familie Tates, een jaar nadat Karst T. in Apeldoorn op de koninklijke stoet inreed.

Enkele lezers vroegen de hoofdredactie of het dan wel gepast is te melden dat de vader van Tristan op het Driestar College werkt. In dit geval benaderde de vader zelf de school en heeft de directie er ruimer bekendheid aan gegeven, in de kring van het personeel en de 4000 leerlingen. Binnen de school leidde dat tot veel meeleven met de docent beeldende vorming. Daarom is het ook voor de lezers van het Reformatorisch Dagblad nuttig om te weten dat Tristan christelijke ouders had. Dat moet niet leiden tot veroordeling van de nabestaanden maar juist tot gebed voor hen.

Reageren aan scribent? welbeschouwd@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer