Commissie kritiseert aanpak misbruiksignalen
AMSTERDAM (ANP) – Over Robert M., hoofdverdachte in de Amsterdamse misbruikzaak, kwamen de afgelopen jaren meerdere meldingen en signalen binnen. Dat heeft echter niet geleid tot een verdenking of een strafrechtelijk onderzoek. Dit is een gemiste kans. Dat concludeert de commissie-Gunning in haar vrijdag gepubliceerde rapport over de zaak.
Vooral de directie van Het Hofnarretje, waar M. tussen 2007 en juni 2009 werkte, krijgt flinke kritiek. Toenmalig directeur Albert Drent heeft „niet de verantwoordelijkheid genomen om deze incidenten adequaat en in samenhang te onderzoeken” op „een wijze die van een houder van een kinderdagverblijf had mogen verwacht”.
Al in 2008 deden twee moeders een melding van mogelijk misbruik van hun kinderen door M. Die melding kwam wel terecht bij de politie, maar dat leidde niet tot vervolging. Volgens de commissie kan de politie hiervoor geen concrete verwijten worden gemaakt. Dat onder meer doordat een door Het Hofnarretje aangestelde adviseur niet alle informatie had doorgegeven.
In 2009 deed een ex-medewerker een melding over M. bij Meld Misdaad Anoniem om dat die van plan was zelf een kinderdagverblijf op te zetten. Die melding is om onduidelijke reden niet bij de Amsterdamse politie terechtgekomen.
De commissie concludeert verder onder meer dat het misbruik heeft kunnen plaatsvinden doordat personeel in de kinderopvangverblijven niet optimaal werd gescreend. Ook waren er te veel mogelijkheden voor begeleiders om alleen met kinderen te zijn. Ook was er geen cultuur van elkaar aanspreken. Verder is het volgens de commissie zo „dat management, medewerkers en ouders het risico van seksueel misbruik niet op het netvlies hadden”.
De commissie-Gunning presenteert vrijdag haar onderzoek over de grote misbruikzaak in Amsterdam. Dat moet meer duidelijkheid geven over hoe de hoofdverdachte in die zaak, de uit Letland afkomstige Robert M. (27), jarenlang kinderen heeft kunnen misbruiken op de kinderdagverblijven waar hij werkte.
Burgemeester Eberhard van der Laan van Amsterdam stelde de commissie in samenspraak met onder meer politie en justitie in nadat de zedenzaak in december aan het licht was gekomen. Voorzitter is Louise Gunning-Schepers, hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam en voorzitter van de Gezondheidsraad. De commissie heeft gekeken naar de regelgeving en het handelen van de crèches, overheidsinstanties en andere partijen.
Signalen
Signalen over kindermisbruik in Amsterdam zijn door de verantwoordelijke instanties niet in samenspraak opgepakt. De signalen die er waren zijn wel door elke afzonderlijke instantie behandeld, maar niet in een vergadering van de zedenpolitie, de GGD, consultatiebureaus en de gemeente gezamenlijk aan een tafel.
Dit zei Louise Gunning-Schepers vrijdag in een toelichting op haar onderzoek naar de oorzaken van de Amsterdamse zedenzaak. „Alle risicosignalen zijn onvoldoende met elkaar gecommuniceerd. Met elkaar hebben de instanties onder de maat gepresteerd”, zei Gunning. Volgens haar hebben de bij kinderopvang betrokken instellingen en overheidsinstanties zowel in hun eigen taakuitoefeningen als in de onderlinge samenwerking steken laten vallen. Het risico van seksueel misbruik van kinderen kreeg hierdoor te weinig aandacht.
Vier-ogen-principe
„Volwassenen kunnen in kinderopvangcentra veel alleen zijn met kinderen. Het kan wel met twee handen, maar wij vinden het belangrijk dat er altijd twee paar ogen zijn. Wij denken dat het vier-ogen-principe overal zou moeten gelden”, zei Gunning.
„Een groot aantal opvangcentra heeft dit gelukkig al zo georganiseerd, ook tijdens de rustige uurtjes ‘s ochtends vroeg en tijdens de lunch en tegen sluitingstijd”, zei Gunning. Ze hoopt dat deze regel standaard gaat gelden in de hele branche.
Gunning pleitte naast een betere screening van werknemers voor meer hbo-werknemers in de sector. Ook wil ze dat er vertrouwenspersonen worden aangesteld binnen opvangcentra.
Van der Laan
Amsterdam neemt alle aanbevelingen van de commissie-Gunning voor betere beveiliging van kinderen in de opvang over. Dat heeft burgemeester Eberhard van der Laan gezegd in een reactie op het vrijdag gepresenteerde onderzoek.
Volgens de burgemeester is een cultuuromslag nodig bij de kinderdagverblijven. „Tot nu toe ging het altijd over de kwaliteit van de zorg. Dat moet nu hand in hand gaan met de veiligheid voor onze allerjongste kinderen.”
Van der Laan onderstreept het pleidooi van de commissie voor een coördinatiepunt waar alle informatie over kindermisbruik en daders vanuit binnen- en buitenland samenkomt. „Nu heeft iedereen één puzzelstukje in handen. Aangezien die niet bij elkaar komen, mis je informatie en is niet bekend wat het belang is van dat ene stukje.”
Volgens de burgemeester is het belang om signalen en vermoedens van kindermisbruik bij elkaar te brengen groot omdat jonge kinderen zelf niet in staat zijn te vertellen wat er is gebeurd. Daarom moeten signalen van ouders en medewerkers in de kinderopvang samen worden gebracht met alle beschikbare informatie en kennis over misbruik en mogelijke daders, aldus Van der Laan.
Vierhoek
Het Amsterdamse college van burgemeester en wethouders komt maandag namens de zogeheten vierhoek van gemeente, politie, justitie en GGD met een eerste inhoudelijke reactie op het rapport van de commissie-Gunning.
De gemeenteraad buigt zich volgende week woensdag tijdens een commissievergadering over het rapport. Daarna komt het stadsbestuur voor het meireces met een gedetailleerde reactie op de aanbevelingen van de commissie-Gunning, liet het vrijdag weten. Die wordt in juni behandeld tijdens een gemeenteraadsvergadering.
Koepelorganisatie voor kinderopvang
De MOgroep, de koepelorganisatie voor kinderopvang, vindt dat het toezicht in de kinderopvang beter moet. Dat heeft de organisatie vrijdag laten weten in een reactie op een rapport van de commissie-Gunning. Die pleitte in haar eindrapport ook voor beter toezicht op kinderdagverblijven. De branchevereniging zegt verder van plan te zijn pedagogisch medewerkers beter te gaan trainen om signalen van misbruik te herkennen.
De MOgroep zegt begrip te hebben voor het principe van ‘vier ogen’ dat de commissie bepleit. Wel wordt hierbij de kanttekening gemaakt dat dat moeilijk kan worden met de aangekondigde bezuinigingen in de sector. Het principe van vier ogen houdt in dat medewerkers niet meer alleen op een groep mogen staan. Dat mag nu een bepaald aantal uren per dag wel.
De branche is bezig met de ontwikkeling van een branchecode. Bedoeling van die code is een kinderdagverblijf beter in de gaten te houden als daar reden toe is, en zonodig te royeren als er zaken worden geconstateerd die niet door de beugel kunnen.
Abvakabo
Vakbond Abvakabo FNV zegt in een reactie dat in kinderdagverblijven altijd twee pedagogisch medewerkers aanwezig moeten zijn op een groep kinderen. „Wij pleiten daar al lang voor en zijn blij met de aanbeveling van de commissie-Gunning op dit punt. Volgens de huidige regels mag een medewerker een aantal uur per dag alleen ‘op een groep staan’. Wij hebben vorig jaar onderzoek gedaan en geconstateerd dat die regel vaak wordt overtreden. In de praktijk staan pedagogisch medewerkers vaak veel langer alleen.”
„Veel medewerkers hebben zelf het gevoel dat ze kinderen niet genoeg veiligheid kunnen bieden. Wij pleiten verder voor een ‘open cultuur’ onder personeel van kinderdagverblijven. Als ze vermoedens hebben van seksueel misbruik of mishandeling moeten ze dat kunnen aankaarten. Ze moeten dus ook serieus worden genomen. De commissie-Gunning pleit voor meer hogeropgeleiden in kinderdagverblijven. Wij denken dat die hogeropgeleiden niet automatisch sneller misbruik en mishandeling zullen aankaarten. Meer aandacht tijdens de opleiding van de medewerkers is wel van groot belang.”
Non-actief
Hoofdverdachte Robert M. is in 2008 korte tijd op non-actief gesteld. Dit zegt voorzitter Gjalt Jellesma van Boink, de belangenvereniging van ouders in de kinderopvang. Volgens hem zijn ouders hierover donderdagavond geïnformeerd door de commissie-Gunning.
Toenmalig directeur Albert Drent van Het Hofnarretje heeft nooit gerept over de schorsing in de interviews die hij over de kindermisbruikzaak gaf.
In 2008 kwam eveneens een tip over M. binnen via Misdaad Anoniem, volgens Jellesma. „Dit had in die tijd alle alarmbellen moeten laten afgaan. Er waren signalen, maar er is te weinig mee gebeurd”, aldus de Boink-voorzitter, die dit onbegrijpelijk vindt.