In Berlijn proberen de ministers van Buitenlandse Zaken van de NAVO de neuzen in dezelfde richting te krijgen. De lidstaten van het Noord-Atlantische bondgenootschap zijn diep verdeeld over onder meer de reikwijdte van de militaire actie in Libië, die onder NAVO-bevel staat, en over mogelijke wapenleveranties aan de opstandelingen.

De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton riep op tot eensgezindheid en vastberadenheid. Zij wil de politieke druk op Gaddafi opvoeren, zodat zijn entourage voor „scherpere keuzes” komt te staan. NAVO-topman Anders Fogh Rasmussen zei dat de aanvallen in Libië doorgaan zolang het regime burgers aanvalt, maar benadrukte dat een politieke oplossing de voorkeur verdient.

In Caïro waren vertegenwoordigers van regionale organisaties en de Verenigde Naties bijeen. Secretaris-generaal Amr Moussa van de Arabische Liga sprak zijn ongerustheid uit over de crisis in Libië. „Er is daar een humanitaire ramp gaande”, zei hij. Concrete afspraken werden evenwel niet gemaakt.

De kwestie-Libië stond ook hoog op de agenda bij een top tussen de opkomende economische machten Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika (BRICS) in het Zuid-Chinese Sanya. De vijf landen waren kritisch over het militaire ingrijpen in Libië en toonden zich ongerust over de gevolgen van de NAVO-luchtaanvallen voor de burgerbevolking.