Rond NYSE Euronext, het moederbedrijf van de Amsterdamse beurs, is recentelijk een biedingsstrijd ontstaan. Zowel de Deutsche Börse als een combinatie van het Amerikaanse beursbedrijf Nasdaq OMX en de Amerikaanse derivatenbeurs Intercontinental Exchange (ICE) hebben geboden.

Het bestuur van NYSE Euronext heeft laten weten het bod van Nasdaq OMX en (ICE) te verwerpen omdat het strategisch onaantrekkelijk zou zijn. Het bestuur wil verder praten met Deutsche Börse, dat 10,2 miljard dollar heeft geboden.

Een fusie met Deutsche Börse zou waarschijnlijk leiden tot hoofdkantoren in Frankfurt en New York en mogelijk een vertrek van de beurs uit Amsterdam. Het CDA in de Tweede Kamer trok daarover vorige week al aan de bel. Kamerlid Blanksma noemde, net als het kabinet nu, een vertrek van de beurs uit Amsterdam niet wenselijk.

Ze stelde De Jager ook vragen over de financiële risico’s en de gevolgen voor het Nederlandse investeringsklimaat van een opsplitsing of fusie met een andere beurs. Diezelfde vraag heeft ze over de gevolgen voor de werkgelegenheid rondom de beurs, zoals onder advocaten, banken en consultants.

De Jager gaat daarop nog niet in. Hij meldt dat hij tijdens de biedingsstrijd geen bevoegdheden heeft. Op de biedingsprocedures is Duits dan wel Amerikaans recht van toepassing. Pas als partijen een formeel bod hebben gedaan en een verklaring van geen bezwaar hebben ingediend, liggen er bevoegdheden voor de minister van Financiën.

Die zal dan in overleg met de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en De Nederlandsche Bank „de voornemens van de betrokken partijen op hun merites beoordelen en toetsen aan de toepasselijke wetgeving”, aldus De Jager. „Wel ik kan ik u meedelen dat ik een vertrek van de beurs uit Amsterdam onwenselijk acht”, voegt hij eraan toe.