Opinie

Hoofddoek kun je niet vergelijken met lange rok

De hoofddoek van moslimmeisjes heeft wel degelijk te maken met hun religie, reageert Cees Rentier op Abdul Haq Compier (RD 11-4).

12 April 2011 18:57Gewijzigd op 14 November 2020 14:30
Foto ANP
Foto ANP

Abdul Haq Compier heeft een punt wanneer hij vraagt waar moslimleerlingen welkom zijn wanneer we liever niet hebben dat er islamitische scholen zijn. En natuurlijk zou het vreemd zijn wanneer een christelijke school er principieel moeite mee zou hebben dat een vrouw haar hoofd bedekt.

Maar iedereen weet dat een vergelijking met klederdracht, een hoofddoek die Maria 2000 jaar geleden wellicht gedragen heeft en lange rokken niet opgaat. De laatste twintig jaar dragen steeds meer moslimvrouwen en -meisjes een hoofddoek. Het is duidelijk dat het er hier meestal niet om gaat om uit vroomheid seksueel minder uitdagend over te komen. Vaak zou hun make-up, kleding en gedrag door eerdere generaties ondanks hun hoofddoek als te uitdagend worden afgewezen. Het dragen van de hoofddoek heeft te maken met een wereldwijde behoefte onder moslims om hun islamitische identiteit sterker te benadrukken en is ook een reactie op het conflict tussen de wereld van de islam en het Westen.

In Nederland heeft het vaak ook te maken met de zoektocht naar identiteit waar de tweede generatie migranten mee bezig is. Soms is het ook een manier om gebrek aan respect te compenseren of een vorm van verzet tegen de gevestigde orde. Ik kan goed begrijpen dat meerdere scholen er inmiddels voor gekozen hebben dat ze geen opzichtige uitingen van etniciteit of religie accepteren binnen de school en dus ook geen hoofddoek. Je probeert de polarisatie van de straat buiten te houden en je jongeren te leren dat ze hun identiteit ook op een andere manier kunnen vinden dan door het benadrukken van verschillen. Dat lijkt me legitiem.

Tegelijk moeten we oppassen dat we tegenstellingen niet versterken door allerlei onnodige verboden. Een eis dat nieuwkomers zich aanpassen aan de gewoonten van onze westerse samenleving zou ik als christen niet graag willen. Bepaalde politici hebben een ongezonde neiging om via de overheid bepaalde groepen te dwingen hun liberale ideologie over te nemen. In een gezonde rechtsstaat behoren we tegenstemmen te kunnen verdragen.

Samaritanen

Een jaar geleden kwam een jonge moslimvrouw tot geloof in Jezus als haar Zaligmaker. Ze besloot om na haar doop haar hoofddoek op te houden. Ze wilde naar de Marokkaanse gemeenschap waartoe ze behoort, laten zien dat haar keuze om Jezus te volgen niet betekent dat ze zich nu kritiekloos aanpast aan een seculiere samenleving. Juist niet.

Ik hoop dat christelijke scholen kinderen en jongeren met een islamitische achtergrond van harte welkom heten wanneer die bereid zijn om voluit serieus mee te doen aan het schoolprogramma, waarvan het christelijke geloof hopelijk een integraal deel van uitmaakt en geen dood artikel in de statuten is. Want wanneer Compier verwijst naar Jezus’ houding tegenover Samaritanen moet hij ook Johannes 4 meenemen. Dan ontdekt hij dat respect voor anderen niet automatisch respect voor de inhoud van diens religie inhoudt.

De auteur is predikant-directeur van de stichting Evangelie & Moslims.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer