Drs. J. Snel: Twitter jaagt nieuws op
EDE – Geruchten genoeg, na het schietdrama in Alphen aan den Rijn. En niet alles klopte. „Sociale media, en vooral Twitter, jagen de nieuwsstroom op. Dan is er haast geen tijd meer om iets na te trekken.”
De schutter in Alphen zou zijn ouders neergeschoten hebben, er zouden na zaterdag nog twee gewonden overleden zijn, een 10-jarig meisje zou door het hoofd zijn geschoten. Allemaal niet waar. Verhalen van omstanders worden snel uitgezonden, waarop dan later een rectificatie nodig is.
Drs. J. Snel, docent journalistiek aan de Christelijke Hogeschool Ede, volgde zaterdag de stroom twitterberichten. „Dat is nu eenmaal de snelste nieuwsbron. Veel journalisten zitten op Twitter en waarschijnlijk nog veel meer anderen volgen het zwijgend. De berichten over de ouders en het 10-jarige meisje kwamen van Twitter, dat van de twee extra slachtoffers betrof een misverstand op een school.
Te midden van deze sociale media is het de taak van de journalistiek berichten te verifiëren. Mijn indruk is dat media dat consciëntieus proberen te doen, hoewel dat tot klachten leidt van twitteraars die snel nieuws willen. Journalisten publiceren geruchten dus wel, maar zeggen er nadrukkelijk bij dat het een gerucht is. Ze kunnen berichten niet negeren, want anders zegt het publiek dat de media zitten te slapen. Overigens zie je ook op Twitter dat veel mensen direct naar de bron van een verhaal vragen.”
In de praktijk is het aantal fouten dat gemaakt wordt heel bescheiden, zegt Snel. De media stellen dat berichten van officiële instanties vaak wel erg lang op zich laten wachten. Persconferenties zijn doorspekt met langgerekte, vage mededelingen. „Het meeste wat daar gezegd wordt, is allang rondgegaan.”
Sommige fouten zijn heel verklaarbaar, stelt de CHE-docent: „Iedereen vliegt op de ooggetuigen af. De eerste die ik zaterdag hoorde, dacht dat er wel meer dan tien doden waren. Die getuige had veel gezien en uitte een logische veronderstelling. De meeste ooggetuigen vertellen accurate dingen, maar ze hebben niet het overzicht over het geheel van de gebeurtenissen.”