Het IMF verwacht dat de wereldeconomie in 2011 en 2012 met ongeveer 4,5 procent groeit. Die prestatie houdt precies het midden tussen de sterke vooruitgang van de opkomende economieën, die naar verwachting gemiddeld 6,5 procent groeien, en de rijke landen. Die moeten het stellen met een plus van ongeveer 2,5 procent.

De groei slaat volgens het IMF vooral in Europa nauwelijks een deuk in de werkloosheid. Volgend jaar heeft naar verwachting 9,6 procent van de beroepsbevolking van de eurolanden geen betaalde baan. In 2010 was dit 10 procent. In de Verenigde Staten daalt de werkloosheid volgens het instituut tot 7,8 procent in 2012, tegen 9,6 procent vorig jaar.

Politici mogen ondanks het herstel dan ook niet op hun lauweren rusten, waarschuwt het IMF. Juist nu moeten maatregelen om de economie te versterken worden doorgezet. Rijke landen moeten hun financiën op orde brengen, terwijl opkomende landen hun wisselkoersen moeten laten stijgen om hoge inflatie te voorkomen.

„Nu de piek van de crisis voorbij is, neemt de noodzaak om actie te ondernemen en de wil om samen te werken af”, aldus het IMF. „Beleidsmakers moeten hun kiezers ervan overtuigen dat aanpassingen in hun belang zijn, ongeacht wat andere landen doen.”

Voor Nederland voorspelt het IMF in 2011 en 2012 een economische groei van 1,5 procent. Dat is iets lager dan het gemiddelde voor alle rijkere landen in Europa. De werkloosheid blijft volgens het IMF in Nederland opvallend laag, met 4,4 procent. Alleen in Zwitserland en Noorwegen ligt de werkloosheid de komende anderhalf jaar waarschijnlijk nog lager.