Cursus fietsreparatie helpt deelnemers weer op de pedalen
Op pech zit niemand te wachten. Maar wie op fietsvakantie gaat, kan zich er maar beter goed op voorbereiden.
Marco de Wit uit Rotterdam weet waarover hij praat. Verklaarbaar wanneer je bedenkt dat hij bijna drie jaar continu op de pedalen heeft gestaan. Eerst fietste hij een jaar door Australië. Daarna begon hij in Alaska en toerde hij naar Zuid-Amerika. Later kwamen daar nog landen als India en Cuba bij. Het leverde hem niet alleen heel wat mooie herinneringen op, ook werd hij expert in zaken die hem wat minder vrolijk maakten: noodspaken aanbrengen, gebroken fietskettingen weer aan elkaar zetten en remblokken vervangen.
Nu hij samen met zijn vrouw Chantal zijn eigen tourfietswinkel bezit, Bike4travel in Rottedam, komen die vaardigheden hem goed van pas. Zo deelt hij de ervaringen die hij opdeed tijdens een cursus fietsreparatie. Een van zijn uitspraken: „Tijdens een week regenwoud versleet ik meer remblokjes dan tijdens de 14.000 kilometer daarvoor.”
De negen cursisten –voornamelijk 55+– hangen aan zijn lippen. De meesten van hen zitten zelf regelmatig op de fiets of hebben plannen om langere tijd met hun tweewieler op stap te gaan. Venetië, de Middellandse Zee: wie maar stevig door blijft trappen, komt er wel. Als zijn fiets het tenminste blijft doen. Maar daarvoor zijn de mannen hier.
Het eerste onderwerp dat op het programma staat is het plakken van een lekke band. „Een lek overkomt je meestal in de stromende regen”, zegt De Wit. „Dan ligt er meer troep op de weg én wordt rubber poreuzer.” Hij zet een fiets op z’n kop en doet voor hoe je het beste een achterwiel uit je tour- of racefiets haalt. „Zet je ketting op het kleinste tandwiel, ontgrendel de remmen, haal het hendeltje los en zet de derailleur naar achteren.”
Het lek dichten lukt de meeste mannen wel. De binnenband zonder bandenlichters weer in de buitenband stoppen, is lastiger. Maar wel handig wanneer je er zeker van wilt zijn dat je niet direct nog een gat moet plakken. Verder weten de meesten niet dat het centreren van een band –zit hij overal even diep in de velg?– voorkomt dat je even later met een hobbel zit.
Een slag in het wiel komt niet meer goed. Wie een spaak breekt, doet er dan ook goed aan zo snel mogelijk een noodspaak aan te brengen. Helaas zijn die voor de meeste merken fietsen niet meer te koop. Daarom doet De Wit voor hoe je van een paar gewone extra spaken een noodexemplaar maakt. En hoe je die daarna in je velg zet.
Een paar reserveremblokjes in je fietstas zijn volgens De Wit geen overbodige luxe. Zeker wanneer er regen wordt verwacht. „Tijdens een bui slijten ze vijftig keer zo snel, dan wordt de velg net een soort schuurpapier.” Niet altijd wanneer de rem werk weigert, hoeven de blokjes te worden vervangen. Het is eerst nog mogelijk de remkabel strakker te stellen door middel van de stelschroef. Maar wanneer die niet verder kan draaien, moet de fietser aan de bak: de oude blokjes eraf en de nieuwe erop.
De mannen doen even net alsof ze al op weg zijn naar het zuiden en in de berm van een smal bergweggetje een paar remblokken vervangen. De Wit heeft aangegeven goed op de kleine schroefjes te letten, omdat die tijdens je fietsvakantie altijd in het gras vallen. En ja hoor. Daar kletteren de eerste op de grond. Gelukkig zijn ze op het laminaat snel terug te vinden.
Een handigheidje: een 20 centmuntje tussen je remblokje en de velg houden, daarna de rem aanknijpen én de kabel stellen, zorgt ervoor dat het blokje scheef op de velg komt te staan en je meer gedoseerd kunt remmen.
De derailleur bezorgt veel fietsers buikpijn. Wat kun je als leek nou aan een ratelende ketting doen? Nog heel wat, blijkt al snel. En het is niet eens zo moeilijk. Als je tenminste de kabelstelschroef weet te vinden. Die zit óf bij de derailleur óf bij het stuur. De Wit geeft zijn mannen opdracht hun oefenenfiets op het tweede tandwiel te zetten, daarna op de tweede versnelling. Ze draaien linksom aan de schroef, net zo lang totdat de ketting gaat ratelen. „En nu vier halve slagen terugdraaien. Dan loopt je ketting weer als een zonnetje.”
Bij een gebroken ketting heb je als fietser een groter probleem. Zeker als je niet de juiste materialen bij je hebt. Het hangt van het merk van de ketting af welke niet kunnen ontbreken. Maar of je nu een kettingpons, een sluitpen of een kmc-schakel moet gebruiken: het is handig om thuis alvast te oefenen hoe je ermee om moet gaan wil je voorkomen dat je straks 15 kilometer naar de dichtstbijzijnde Franse fietsenmaker moet lopen.
Schone ketting
Een schone ketting vergroot de levensduur ervan. Een ketting waar teer aan zit, is makkelijk schoon te krijgen met lampolie. Haal daarvoor de ketting van de fiets, doe hem in een fles (bijvoorbeeld een petfles), giet de lampolie erbij en schud even. De ketting is nu weer brandschoon, ook vanbinnen. Smeer de ketting nu zo’n drie of vier keer. En probeer de eerste kilometers de ketting weer een beetje in te trappen omdat er tijdens de eerst kilometers nog weinig smeermiddel in de ketting zit. Daarna is de ketting er in alle omstandigheden weer klaar voor.
Wegenwacht voor fietsers
Wie graag op de pedalen staat maar het sleutelen aan zijn fiets niet ziet zitten, kan bij pech onderweg een beroep doen op een van de mobiele fietsenmakers die Nederland rijk is.
Bij veel mensen kan de gedachte aan een lekke band, een kapotte ketting of een gebroken remkabel de fietsvreugde aardig temperen. Ze fietsen om te genieten en hebben geen zin de kans te lopen een binnenband te moeten plakken. Dat verklaart voor een groot deel de opkomst van de mobiele fietsenmaker: een monteur die zich met een omgebouwd busje naar de gestrande reiziger spoedt om het euvel zo snel mogelijk te verhelpen.
Fietsned is met bijna veertig monteurs de grootste wegenwachtservice voor fietsers in Nederland. Sinds de oprichting in 2006 deden inmiddels zo’n 50.000 verschillende klanten een beroep op een van de mobiele fietsenmakers die bij Fietsned zijn aangesloten. Het klantenbestand bestaat volgens initiatiefnemer en directeur Martin Leemans uit zowel recreatieve fietsers als forensen. Veel van hen kochten voor 30 euro per jaar een abonnement waarmee ze bij pech worden geholpen. Als de monteur het euvel niet onderweg kan verhelpen, worden fiets en bestuurder ingeladen en naar huis of naar de plaatselijke fietsenmaker gebracht.
Het lenteweer en de achterliggende sneeuwrijke winter werken eraan mee dat de drie telefonistes die bij Fietsned in dienst zijn, momenteel voortdurend in gesprek zijn. Leemans: „Lekke banden zijn de belangrijkste problemen waar fietsers tegenaan lopen. Maar ook gebroken of niet goed lopende kettingen komen vaak voor. Die laatste worden vaak veroorzaakt door het niet goed schoonhouden van de ketting, zeker na een winter waarin veel pekel is gestrooid.”
Leemans voorziet met zijn organisatie volgens eigen zeggen in een duidelijke behoefte. „Veel mensen willen zodra de zon schijnt naar buiten. Als er dan iets met hun fiets is, roepen ze onze thuisservice in. Ze vinden het een gedoe om eerst met hun fiets langs de fietsenmaker te gaan. Dat fietsen, zeker de elektrische, ingewikkelder worden om zelf te maken, werkt ook in ons voordeel. Bovendien fietsen veel ouderen nog graag, maar het idee aan pech schrikt hen af. Zulke mensen kiezen dan voor de zekerheid van een abonnement.”
In Amsterdam loopt momenteel een proef van de organisatie Fietsforce, die is opgericht door een groepje studenten om dakloze jongeren aan geld en werkervaring te helpen. De jongeren die momenteel in dienst zijn, hebben tijdens een cursus geleerd de meest voorkomende fietsproblemen te verhelpen en gaan op een gesponsorde fiets naar pechgevallen in de stadsdelen Centrum, Oud-West, Oost, Zuid en Baarsjes. Fietsers betalen er in de pilotfase, tot 21 mei, 7,50 euro voor een nieuwe binnenband en krijgen voor 7 euro een nieuwe ketting omgelegd. Klanten zijn dan wel verplicht hun ervaringen te melden. Over hoe het na de proef met Fietsforce zal gaan, wil de organisatie nog geen uitspraken doen.