Kamp: Flink minder werkvergunningen migranten
DEN HAAG (ANP) – Het toekennen van werkvergunningen voor buitenlandse arbeidskrachten moet volgens minister Henk Kamp (Sociale Zaken) een uitzondering worden. Daarom wil hij het beleid flink aanscherpen. Volgens Kamp wordt „de bewijslast veel zwaarder” voor werkgevers om aan te tonen dat ze geen geschikte werknemers in Nederland of binnen de Europese Unie kunnen vinden.
„Er zitten 500.000 mensen aan de kant in een uitkering, die kunnen werken. Dat is een reservoir waaruit geput moet worden”, aldus de minister donderdag. Zijn voorstellen worden vrijdag in de ministerraad besproken.
De kennismigrantenregeling blijft onveranderd. Maar andere arbeidsmigranten die niet vallen onder het vrij verkeer van werknemers binnen de EU, wil Kamp alleen bij uitzondering toelaten. In 2010 werden ongeveer 14.000 werkvergunningen verstrekt voor ‘gewone’ arbeidsmigranten.
De VVD trok donderdag nog aan de bel, omdat tuinders klagen dat uitkeringsinstituut en arbeidsbemiddelaar UWV nu al moeilijk vergunningen zou verstrekken voor bijvoorbeeld Roemeense seizoensarbeiders. Voor inwoners van Roemenië en Bulgarije, die sinds 2007 EU-lid zijn, is nog een werkvergunning nodig. Dat wil Kamp zo houden tot 2014.
Tweede Kamerlid Malik Azmani van de VVD benadrukte het eens te zijn met zijn partijgenoot Kamp dat eerst mensen met een uitkering aan de slag moeten. Maar volgens hem moet het strengere beleid voor werkvergunningen wel goed worden voorbereid. „Het mag niet zo zijn dat tuinders juist in de piektijd van de oogst er opeens mee worden geconfronteerd”, aldus Azmani.
Het liberale Kamerlid wees erop dat al sinds jaar en dag boom- en aardbeienkwekers in Brabant werken met een vaste groep ervaren Roemeense krachten. Volgens de kwekers is het lastig om in Nederland geschikte mensen te vinden voor het gespecialiseerde en vaak ook fysiek zware werk.
Maar Kamp kan zich dit niet voorstellen. Bovendien kunnen volgens hem Oost-Europese werkzoekenden die al in ons land zijn en voor wie geen werkvergunning nodig is, ook goed in de land- en tuinbouw aan de slag. Hij stelde dat momenteel al ongeveer 200.000 Oost-Europeanen, onder wie veel Polen, verblijven in Nederland. Verder wil hij voor de aanscherping van het beleid een overgangsperiode inlassen tot 1 juli dit jaar.