Conservatisme ontkent negatieve kanten van secularisatie cultuur
Bron voor christenpolitici is Gods dynamische levenswet voor leven én cultuur. Het conservatisme is kritiekloos ten opzichte van de negatieve kanten van cultuurmachten en zal christenen daarom niet geheel kunnen bekoren, betoogt prof. dr. ir. Egbert Schuurman.
Christenpolitici willen als Christusbelijders hun menselijkheid niet door grootse idealen overstijgen, maar zich juist ter wille van die menselijkheid oriënteren op Christus. Hij is ook de grond en het geheim van hun mens-zijn. Zij willen hun leven betrekken op het werk dat Hij deed en doet en op het Woord dat Hij sprak en spreekt. Ze weten zich van Zijn Geest afhankelijk. De vele tekortkomingen daarin houden het besef levendig dat Christus hun oriëntatiepunt is. Hun wens is om zich in de cultuur en daarmee ook in de politiek te oriënteren op het grondmotief van schepping, zondeval, verlossing en de verwachting van het Koninkrijk van God.
Christus als bron en richtpunt impliceert een bepaalde visie op de wereld en het leven, op de geschiedenis en de toekomst. Daarin deelt de politiek. Voor de christen is de mens in de cultuur een mens ”coram Deo”, een geroepene die allereerst aan Hem verantwoording schuldig is, ook van wat hij politiek voorstaat, doet of gedaan heeft. Leidraad is dat hij als mandataris tot taak heeft ook in de politiek eraan mee te werken om de wereld te maken tot een bewoonbaar huis voor allen. De gedrevenheid is die van het Koninkrijk dat komt en ons nu al ertoe aanzet de richting ervan te zoeken.
Te midden van een geschiedenis waarin menselijke vrijheid op grote schaal ontspoort en de machten van wetenschap, technologie, economie en organisatie ongekend zijn en zich steeds meer tegen de mens en Gods schepping lijken te keren, zal christelijke politiek in het oefenen van recht en gerechtigheid beheerst worden door de liefde tot God en de naaste, en tot Gods schepping. Het gaat er om in ons program en de daarmee geïmpliceerde strategie aanchristelijke politiek een geloofwaardige gestalte te geven. Het betekent zoeken naar dienende politieke macht. Bij deze uitoefening van de macht zal er openheid voor kritiek zijn, omdat zij over wie de macht wordt uitgeoefend het best kunnen aangeven op welke wijze de uitoefening van de macht hun het beste ten goede komt.
Soeverein
Maar welke –begrensde– macht heeft de staat? In de christelijke filosofie vormt het besproken Bijbels grondmotief ook de achtergrond van de visie op de staat. Christus is soeverein over een rijke verscheidenheid aan levensverbanden en dus ook over de staat. De scheppers- en verlosserssoevereiniteit aanvaarden we in geloof ook voor en over de staat. Ook als de staat of de democratie die zelf niet aanvaardt. Het is het bekende beginsel van de ”soevereiniteit in eigen kring”. Met soevereiniteit wordt hier bedoeld dat God ook over de staat het eerste en het laatste woord heeft. De staat bestaat onder Gods macht, ook als de mens dat niet erkent.
Te midden van de vele samenlevingsverbanden heeft de staat coram Deo een beperkte plaats. Voor de staat is het steeds weer een grote verleiding om heel het leven van de burgers te willen omvatten. De christelijke politiek erkent echter naast de staat vele samenlevingsverbanden die de staat met hun eigen verantwoordelijkheid moet erkennen, zoals gezin, kerk, bedrijf en school. Ze zijn niet aan de staat ondergeschikt, maar nevengeschikt. Deze visie rust in –en nergens anders in– de erkenning van de oorsprong en wortel van de grote verscheidenheid van scheppingsverbanden; in God de oorsprong en Christus de ”radix” van de verloste schepping.
De staat heeft een eigen geaarde structuur, met een belangrijke, maar toch ook beperkte, begrensde bevoegdheid of opdracht. In de politiek gaat het om de publieke gerechtigheid Gods tot behoud van een wereld die zonder staat zichzelf zou vermoorden en het mét een staat zonder gerechtigheid zeker doet. De richting van de publieke gerechtigheid is ook die van het Koninkrijk, niet het volgen van machts- of welvaartsbegeerten, die uiteindelijk –zo is de les in onze tijd– het tegendeel brengen van wat zij beogen!
Verleden en heden worden –alleen de christen kan dat zeggen– vanuit hun toekomst, het Rijk Gods, bepaald. Scheppingsgeschiedenis is dus ontsluitingsgeschiedenis, gericht op de Toekomst, maar verkeert vanwege het verzet van mensen voortdurend in de crisis. En de taak van de staat in dat licht is niet meer en niet minder dan bevorderen en dienen van publieke gerechtigheid en daarmee ook van het algemeen, openbaar belang. De staat is en mag geen welvaartsstaat, geen machtstaat zijn, maar rechtsstaat. Politici, en zeker christenpolitici, moeten letten op het bedelen van de gerechtigheid onder al de belangen. Niet de conflicterende dialectiek –spanningen, conflicten– van de mens, maar de dynamiek van Gods schepping in Christus is en moet het richtingbepalende voor de speciale staatstaak zijn en voor de politici die daaraan inhoud proberen te geven.
De christelijke politieke visie paart zelfkritiek aan maatschappijkritiek of cultuurkritiek en heeft daarmee tegelijk ook oog voor de dynamiek van de cultuurgeschiedenis. De overheersende cultuur van de verlichting, met ongebreidelde technisch-economische macht en de daarmee gegeven cultuurspanningen en problemen, moet een omslag maken naar een cultuur waarin technologie en economie dienstbaar zijn aan het leven van iedereen en gezamenlijk, alsmede aan dieren- en plantenrijk, natuur en milieu.
Deugden
Een alternatief voor het overheersende verlichtingsdenken vormt het conservatisme. Zijn oproep om terug te keren naar de situatie van voor de secularisatie door de verlichting vindt ook onder christenen veel gehoor. Dit ideaal vindt in Nederland een goede vertegenwoordiger in Andries Kinneging. Kinneging wil vooral terug naar de oude deugden van de Griekse wereld en de latere christelijke wereld.
Het verzet tegen het moreel relativisme dat in het verlengde ligt van het vrijheidsideaal van de verlichting beschouwt het conservatisme als het grootste probleem van onze tijd; door de verlichting krijgen de krachten van chaos en ontbinding hun kans. Daarmee komt de verlichting tegemoet aan de mens die nu eenmaal tot het kwade geneigd is. Met de verlichting is volgens Kinneging de ondergang van de westerse beschaving begonnen.
Het conservatisme heeft bepaalde uitgangspunten, zoals: de mens is geneigd tot alle kwaad en de taak van de staat is beperkt. Deze uitgangspunten verdienen blijvend aandacht. Dat komt allemaal dicht in de buurt van wat de ChristenUnie zegt: In plaats van voor de autonome vrijheid zal gepleit moeten worden voor een vrijheid die beantwoordt aan waarden als orde, discipline, gezag, eerbied, vertrouwen, onderlinge hulp, menselijke solidariteit; dus vrijheid gebonden aan verantwoordelijkheid, gebonden aan Gods wet voor het leven.
Ook is het sterk dat het conservatisme benadrukt dat de geschiedenis een bron van wijsheid en inzicht is. Toch is de conservatieve maatschappijvisie een statische en is de kritiek te ondiep of te smal. Vanwege de terecht beperkte visie op de staat, kiezen conservatieven –ook vandaag– voor de rechtse politiek, omdat daarin de beperkte visie op de staat teruggevonden zou worden. Het lijkt erop dat ze daarmee de schaduwkanten van ongebreidelde technisch-economische machtsuitoefening op de koop toenemen.
Het conservatisme richt zijn kritiek op één pool van de verlichting –de ongebonden vrijheid– maar laat de overmacht van wetenschap, technologie, economie en organisatie ongemoeid. Het conservatisme is ten aanzien van de cultuurmachten kritiekloos. Dat komt doordat zijn bron voor de politiek het geweten is, in plaats van Gods dynamische levenswet voor héél het leven en voor héél de cultuur. Vanuit zijn wortels ontkent het conservatisme voor de cultuur de negatieve kanten van de secularisatie van de cultuur. Voor christenen is –hoezeer waardering voor het verzet tegen de morele crisis ook valt te waarderen– de conservatieve stroming dus half werk en niet toekomstgericht.
De auteur is voorzitter van de ChristenUniefractie in de Eerste Kamer. Dit artikel is een bewerking van de Groen van Prinstererlezing die hij gisteravond hield.