Een woordvoerder van het Openbaar Ministerie bevestigt dat de 27-jarige Robert M. wordt opgenomen in het Pieter Baan Centrum (PBC).

De rechter-commissaris had al eerder besloten dat M. naar het PBC moet. De verdachte had tegen die beslissing hoger beroep aangetekend. De rechtbank behandelde dat beroep op donderdag 31 maart achter gesloten deuren en deed woensdag uitspraak. Volgens Van der Goot heeft de raadkamer zijn gevoerde verweren gemotiveerd verworpen.

M. heeft geen juridische mogelijkheden meer. „Ondanks de stellige weigering van M. om medewerking te verlenen aan observatie, zal hij desondanks naar het PBC gebracht worden”, aldus zijn advocaat. De wachttijd voor het Pieter Baan Centrum beloopt volgens hem drie maanden.

M. heeft tijdens verhoren 85 namen genoemd van kinderen die hij zou hebben misbruikt. Onder andere op de Amsterdamse crèches waar hij werkzaam was, maar ook bij oppasadressen en bij hem thuis. Het waren volgens justitie steeds kinderen tussen 0 en 2,5 jaar. In een aantal gevallen misbruikte hij de kinderen samen met andere mannen.

Richard van O., de echtgenoot van M., moet eveneens voor observatie naar het Pieter Baan Centrum. De klinische observatie van beide verdachten is van groot belang voor de ouders van misbruikte kinderen, vindt hun advocaat Richard Korver. Het lezen van de rapportage kan de ouders mogelijk helpen bij een beter begrip van hoe de verdachten tot hun daden zijn gekomen.

Het PBC is formeel een huis van bewaring. Een observatie neemt circa zeven weken in beslag. Verdachten voeren gesprekken met psychologen en psychiaters en komen in groepen terecht. Ook de omgeving waarin de verdachte in vrijheid verkeerde, zoals familie, wordt in kaart gebracht in een zogeheten milieuonderzoek. Het PBC onderzoekt de toerekeningsvatbaarheid van verdachten en adviseert over het al dan niet opleggen van tbs.