Jaarlijks overlijden in Nederland zo’n vijfhonderd mensen onder de 45 onverwacht. In ongeveer driekwart van de gevallen is de doodsoorzaak een erfelijke hartaandoening, schat Doevendans. Bij slechts een derde van deze sterfgevallen wordt een autopsie uitgevoerd.

„Het is van belang dat dat wel gebeurt. Omdat het bij onverwacht overlijden meestal om een erfelijke hartaandoening gaat, is het belangrijk dat de nabestaanden dat weten. Ze kunnen dan zelf getest worden op die aandoening. Zo kan worden voorkomen dat er meer slachtoffers vallen”, zei Doevendans maandag.

Meestal wordt er geen autopsie verricht, omdat de administratieve rompslomp te groot is. „Daar staat het hoofd van de nabestaanden helemaal niet naar als ze net een dierbare zijn verloren”, aldus Doevendans. Het kan ook emotioneel zijn om in het lichaam van een net overleden dierbare te laten snijden, denkt hij.

In de meeste gevallen betaalt de zorgverzekering de autopsie ook niet. „De zorgverzekeraars dragen de kosten van levende patiënten. Als ze doodgaan, houdt het op.”

Doevendans pleit voor meer bewustwording van het belang van een autopsie na plots overlijden. Dat kan via de huisarts, de ambulancemedewerkers en de begrafenisondernemers. „Dat zijn meestal de mensen die na een onverwacht overlijden snel ter plaatse komen. Als zij de nabestaanden erop attent maken dat een autopsie heel nuttig kan zijn, zijn die misschien sneller geneigd om dat te laten doen.” Daarnaast pleit hij ervoor dat de autopsie door de zorgverzekeraars vergoed wordt.

Op 21 april promoveert Anneke Hendrix, promovendus van professor Doevendans, op haar onderzoek naar plotse hartdood op jonge leeftijd.