De ministers van Buitenlandse Zaken van de GCC-landen stelden in een gezamenlijke vergadering dat ze contacten gaan leggen met vertegenwoordigers van het regime van president Ali Abdullah Saleh en met leden van de oppositie. Het samenwerkingsverband liet weten „dat het de wensen en de keuzen van het Jemenitische volk zal respecteren”. Ze benadrukken ook dat de eenheid van het land moet worden gehandhaafd.

Saleh is al ruim dertig jaar aan de macht in Jemen. Bij het onderdrukken van de protesten zijn sinds eind januari al bijna honderd doden gevallen, aldus internationale mensenrechtenorganisaties.

In een andere verklaring haalden GCC-landen fel uit naar Iran. De Golfstaten beschuldigden het regime in Teheran van aanhoudende bemoeienis met interne aangelegenheden van landen in de regio. De landen wezen onder meer op de wijze waarop Iran zich in interne aangelegenheden van Bahrein, een lid van de GCC, zou mengen.

Bijna drie weken geleden leverde het regime in Teheran felle kritiek op de komst van Saudische troepen naar het GCC-lid Bahrein. Iran stelde dat Saudi-Arabië zich bemoeide met de interne aangelegenheden van Bahrein en dat de Saudiërs door troepen te sturen een nieuwe oorlog in de regio zouden kunnen ontketenen. Volgens de GCC-landen was de Saudische interventie legitiem omdat de Bahreinse machthebbers erom zouden hebben gevraagd.

De regerende al-Khalifa-clan in Bahrein kampt sinds half februari met protesten tegen het autoritaire bewind van deze soennitische familie. De oppositie wordt gedomineerd door de grootste bevolkingsgroep in het land, die van de sjiitische Arabieren.

,