Wil Nederland Hyves of Facebook?
De wereldkaart van sociale netwerken ziet overwegend Facebookblauw. Nederland wijkt af, want Nederland heeft Hyves. Maar hoe lang zal deze vriendensite de Lage Landen nog domineren?
Een op de twaalf wereldbewoners heeft een profiel op netwerksite Facebook en deelt daar met vrienden en vrienden van vrienden, of gewoon met iedereen, foto’s, interesses, filmpjes, gevoelens, kwaaltjes, nieuws, kennis, woede, vreugde, pijn, werk, feesten, evenementen: het zogenaamde ”sharen”. Vindt een vriend een van die mededelingen leuk, dan klikt hij op het knopje ”vind ik leuk”: het zogeheten ”liken”. Facebook draait om sharen en liken.
Het aantal leden groeit sinds de oprichting in februari 2004 explosief. Niets stuit de opmars van de site van de 26-jarige Amerikaan Mark Zuckerberg – die in een interview in The New Yorker overigens uitlegde waarom Facebook blauw is: hij is kleurenblind en blauw is een kleur die hij tenminste kan zien.
Als Facebook een land zou zijn, dan stond Zuckerberg aan het roer van het grootste land ter wereld, qua inwonertal. Time Magazine riep hem in december vorig jaar uit tot Man of the Year. Alleen luchtvaartpionier Charles Lindbergh, verkozen in 1929, was jonger (25 jaar). Zuckerberg versloeg de Britse koningin Elizabeth nipt: zij was net twee weken ouder toen Time haar verkoos in 1952.
Facebook is allang geen Amerikaans fenomeen meer en ook in Nederland wordt veel gesproken en geschreven over de netwerksite en zijn briljante directeur. De met een Oscar bekroonde film ”The Social Network”, die verhaalt hoe Harvardstudent Zuckerberg tot zijn concept van Facebook kwam, droeg in niet onbelangrijke mate aan die populariteit bij.
Wie naar de cijfers kijkt, moet echter concluderen dat vriendensite Hyves nog heer en meester is in de Lage Landen. Facebook heeft 4,8 miljoen Nederlandse gebruikers, Hyves heeft er 9,4 miljoen. Geen netwerksite die de nationale markt zo domineert als Hyves in Nederland. In Nederland was ”hyves” op Google vorig jaar de meest gebruikte zoekterm, om maar wat te noemen.
Concurrentie
Hyves werd in 2004 opgericht door Raymond Spanjar, Koen Kam en Floris Rost van Tonningen. In 2008 nam mediamagnaat Joop van den Ende een groot belang in Hyves. Zijn doel: Hyves over de landsgrenzen brengen en mobiele diensten aanbieden. Op 1 november vorige jaar kocht Telegraaf Media Groep de vriendensite voor een bedrag van 43,7 miljoen euro. Hyves is vooral een Nederlands feestje gebleven, uitzonderingen daargelaten. (Zo zijn er bijvoorbeeld 265.000 Peruanen lid van Hyves.)
De vraag is hoe lang Hyves het Nederlandse monopolie nog in handen houdt. Want Facebook groeit hard in Nederland, helemaal nu er sinds mei 2008 een Nederlandse vertaling van de site beschikbaar is. TNS NIPO berekende in december dat het aantal unieke bezoekers van Facebook in Nederland met bijna 50 procent steeg in zes maanden tijd. In diezelfde tijd daalde het aantal unieke bezoekers van Hyves met 3 procent.
Vooralsnog gaat die forse groei van Facebook niet ten koste van Hyves. TNS NIPO: „Lichte krimp in een groeiende markt is voor Hyves niet direct een grote zorg. Het enorme Hyvesmarktaandeel in Nederland kan immers nauwelijks nog groeien.”
Ook Wouter Glaser, manager pr & communicatie bij Hyves, wijt de krimp eerder aan een bereikt maximum dan aan de opmars van Facebook. „Wij halen de groei van Facebook natuurlijk nooit meer. Maar de site krijgt er elke dag netto 3000 gebruikers bij”, zegt Glaser. „Rond de overname door TMG zagen we even een dip, maar dit getal is nu heel stabiel.” Volgens Glaser komen er per dag 5000 nieuwe leden bij en haken er 2000 af.
De heersende opinie is desondanks toch dat Facebook binnen afzienbare tijd Hyves van het toneel zal vegen. Internetstrateeg Mark van de Laak riep een speciale website in het leven (hyves-of-facebook.nl) met daarop een poll. Wie gaat er winnen, Hyves of Facebook? Als het aan de stemmers ligt, maakt de Nederlandse netwerksite geen schijn van kans. Volgens 64 procent zal Facebook Hyves verslaan, 23 procent denkt het tegenovergestelde en slechts 13 procent gelooft dat beide sites naast elkaar zullen blijven bestaan.
Volgens veel mensen is de gemiddelde hyver op dit moment een puberende middelbare scholier. Hyves wordt een kinderspeelplaats, Facebook is internationaal en richt zich op de serieuzere, hippere mensen. Op Hyves hebben gebruikers meer vrijheid als het gaat om het vormgeven van hun pagina. Op Facebook veel blauw en wit en een strakke letter, op Hyves veel kleuren, veel lettertypen en een heleboel smileys.
Maar dat beeld wordt vooral de wereld in geholpen door gebruikers van het eerste uur en opiniemakers, meent Glaser. „Voor sommigen van hen is een netwerk als Hyves na zeven jaar niet meer hip en zij stappen dan over naar een nieuwer netwerk. Zo ontstaat in de media de perceptie dat dat dus voor iedereen geldt.”
Feit is, zegt Glaser, dat de gemiddelde Nederlander zich prima thuisvoelt op Hyves. „Ouderen zijn juist de hardst groeiende groep.” Zoals dat via veel netwerksites kan is het ook mogelijk om via Hyves spellen te spelen en die activiteit blijkt vooral erg populair onder vrouwen van boven de dertig. Glaser: „Maar ook mijn vader van 59 ontspant zich elke dag even door via Hyves een spelletje te spelen.” Het aantal van 9,4 miljoen leden bewijst trouwens ook al dat Hyves niet voorbehouden is aan een jeugdig publiek, zegt Glaser. „Die 9,4 miljoen, dat kunnen nooit allemaal jonge mensen zijn.”
Over een verschil in opleidingsniveau kan Glaser niets zeggen. Hyvers kunnen aangeven op welk niveau ze hun opleiding genoten, maar dat is niet verplicht en dat doet dus ook lang niet iedereen. Van de 877.900 mensen die dat wél invulden zegt ruim 55 procent hbo-niveau te hebben, 27 procent wo-niveau en ruim 17 procent mbo-niveau.
Eigen kracht
Hoewel het hoge aantal Hyvesleden in Nederland Facebook toch iets zou moeten zeggen, werd vorige week tijdens de opening van het eerste Nederlandse Facebookkantoor in Amsterdam duidelijk dat concurreren met Hyves absoluut geen speerpunt is. „Wij gaan uit van eigen kracht”, zei de Nederlandse directeur Arno Lubrun (ex-Microsoft) en daarmee was wat hem betrof de kous af. De drie werknemers in Amsterdam zijn er primair om te kijken tot welke commerciële initiatieven ze Nederlandse bedrijven kunnen verleiden, niet om het aantal Nederlandse gebruikers omhoog te krijgen.
Anders dan het gros van de stemmers op hyves-of-facebook.nl gelooft Glaser juist wel dat beide sites prima naast elkaar kunnen blijven bestaan. „Een vergelijking tussen Facebook en Hyves is geen vergelijking tussen Coca-Cola en Pepsi, maar tussen cola en Fanta.”
Volgens Glaser onderscheidt Hyves zich van Facebook door zijn lokale zichtbaarheid en de persoonlijke benadering. „Facebook heeft bijvoorbeeld geen samenwerkingsverband met voetbalbond KNVB. En bij ons krijgt iedereen die een vraag heeft, binnen 24 uur een antwoord. In het Nederlands.”
Intiem kapitaal
Terwijl dagelijks 3000 nieuwe Nederlanders een Hyvesaccount aanmaken en Facebook zijn Nederlandse aanwas explosief ziet toenemen, klinken er ook kritische geluiden over sociale media. Gisteren verscheen het essay ”Echte vrienden, over intimiteit in tijden van Facebook, GeenStijl en WikiLeaks”. Filosofe, literatuurwetenschapster en schrijfster Stine Jensen schreef het ter gelegenheid van de Maand van de Filosofie.
Jensen was zelf groot Facebookfan, maar kreeg problemen met de manier waarop zij en haar Facebookvrienden zichzelf presenteerden. Nadat Jensen (in 2007 al) een profiel had aangemaakt op Facebook, werd ze aanvankelijk alleen vrienden met mensen die ze echt kende. Op een dag kwamen daar vrienden van vrienden bij, en collega’s. Daarna begon ze in het wilde weg vriendschapsverzoeken te honoreren, ook van mensen die ze niet kende.
Jensen ontdekte dat Facebook het begrip vriendschap uitholt. Echte vrienden houden elkaar een spiegel voor en wijzen elkaar op zwakheden, maar dat soort echte vriendschappen levert Facebook niet op. Wel een heleboel tijdrovend gebabbel. „We vinden het gezellig, denk ik, om zo wat heen en weer te krabbelen. ‘Krabbelen’, ook al zo’n kleuterwoord. Maar dat past bij ons gedrag. We gedragen ons als kleine meisjes. („Nee!!! Dat meen je niet!! Wat een leuke foto trouwens!!!”)”
Op Facebook koesteren we het kind in onszelf, meent Jensen. „Statusupdates hebben iets weg van het dagboek dat ik als zevenjarige bijhield over mijn activiteiten: vandaag ranja gedronken, zeven knikkers gewonnen, lekker geslapen en zin in ontbijt. Het jezelf presenteren in de derde persoon paste daar ook bij. Wanneer we in de derde persoon iemand aanspreken: „Wil oma een eindje wandelen?” of „Wil Danny soms een snoepje?”, dan duidt dit er meestal op dat we de hersenfuncties van deze persoon niet erg serieus nemen. Op deze wijze praten ik en mijn Facebookvrienden op Facebook voortdurend vertederd in de derde persoon over onszelf.”
Volgens Jensen vindt er op dit moment een aardverschuiving plaats als het om de grenzen tussen privé en publiek gaat. In de publieke ruimte –waartoe ook Facebook, Hyves en Twitter behoren– bespreken we tegenwoordig allerlei persoonlijke zaken. Voor het publieke domein zijn regels vastgesteld. In het privédomein zijn mensen vrij. Maar Facebook is privé en publiek, regels vallen hier weg.
Jensen introduceert in haar essay het begrip ”intiem kapitaal”, daarmee voortbordurend op de terminologie van de Franse socioloog Pierre Bourdieu, die vier soorten kapitaal onderscheidde waarmee mensen macht en invloed kunnen verwerven: economisch kapitaal (geld, onroerend goed), cultureel kapitaal (kennis, opleiding), sociaal kapitaal (netwerk, relaties) en symbolisch en linguïstisch kapitaal (prestige, imago).
Volgens Jensen ontbreekt aan dat rijtje nog een vorm van eigentijds kapitaal: intiem kapitaal, informatie waarvan je wilt dat die niet voor iedereen openbaar beschikbaar is.
Nu steeds meer mensen besluiten persoonlijke informatie te delen en te verspreiden en die van anderen te bestuderen en het privédomein eigenlijk niet meer bestaat, is intiem kapitaal verhandelbare privacy geworden, aldus Jensen. Door intiem kapitaal van jezelf of van anderen te verhandelen, valt in deze tijd macht en invloed te verwerven.
”Echte vrienden: Intimiteit in tijden van Facebook, GeenStijl en WikiLeaks”, door Stine Jensen; essay van de Maand van de Filosofie, 2011; ISBN 978 90 477 0356 3, € 4,95.