Kerk & religie

Ds. D. J. van Vuuren veertig jaar predikant in Christelijke Gereformeerde Kerken

HARDERWIJK – Hij was de initiator van een groot aantal activiteiten in de gereformeerde gezindte. „Ik ben een grondwerker”, zegt ds. D. J. van Vuuren, die vandaag veertig jaar predikant in de Christelijke Gereformeerde Kerken is.

Jan van Reenen
1 April 2011 09:14Gewijzigd op 14 November 2020 14:20
Ds. D. J. van Vuuren. Foto RD, Anton Dommerholt
Ds. D. J. van Vuuren. Foto RD, Anton Dommerholt

Sinds kort woont de predikant (1934) in Harderwijk, aan de rand van het bos. Het eerste wat in zijn woonkamer opvalt is een wand vol trouwfoto’s van zijn kinderen. „We hebben 12 kinderen, 58 kleinkinderen en 17 achterkleinkinderen”, somt hij op. „Rond alle gemeenten waar ik stond –Zaamslag, Leerdam, Maassluis en Rotterdam-Charlois– wonen nakomelingen.”

Het tweede is de schermbeveiliging van zijn computer met de woorden „De Heere is goed.” Het is een bewuste keus om die woorden de hele dag te zien, licht hij toe. De tekst heeft in zijn leven veel betekend. Eerst gebruikte hij een andere Bijbeltekst: „Zonder Mij kunt gij niets doen.” Iemand vatte die tekst zo op dat het woordje Mij op de computer sloeg. Dat was niet de bedoeling.

De predikant komt aanzetten met het boek ”Het aanzien van 1970” en laat een foto zien van een man in een zwart pak die op zijn blote voeten op de duikplank staat. „Die foto is afkomstig uit Panorama, een blad dat in 1970 een interview met mij had. Ik zat toen voor de SGP in de gemeenteraad van Doornspijk. Mensen vanbuiten kraakten zwembaden die vanwege principiële redenen op zondag gesloten waren. Daar heb ik mijn stem tegen verheven. Ze vroegen me voor de foto op de duikplank te gaan staan.”

Hij werd pas op 37-jarige leeftijd predikant. De roeping was er al veel eerder. De in Rotterdam geboren zoon van een grondwerker vertelde over zijn roeping aan zijn predikant, ds. H. Visser Mzn, voorganger van een op zichzelf staande gemeente toen hij 23 jaar was, maar dat leidde niet tot het predikantschap. Toen hij verhuisd was naar Schiedam en weer christelijk gereformeerd geworden was, werd hij door het curatorium afgewezen. Pas lang daarna –hij woonde in Doornspijk– werd hij aangenomen op grond van artikel 8. Dat betekende dat hij de oude talen (Hebreeuws en Grieks) niet hoefde te kennen. Hij deed de studie in ruim twee jaar, naast zijn werk en zijn taken in de kerkenraad, het schoolbestuur en de gemeenteraad.

Die energie had hij ook in zijn eerste gemeente Zaamslag in Zeeuws-Vlaanderen (1971), waar hij begon met evangelisatiewerk in het aangrenzende Belgische Oost-Vlaanderen. In het begin kwam het vooral neer op het verspreiden van lectuur. Later hield hij met kleine groepjes Bijbelstudie. Door tegenwerking van de pastoor kwam een preekplaats in Zelzate niet van de grond. Die kwam er wel in Sas van Gent. Later ontstond een evangelisatiepost in Gent, waarvan evangelist H. Bor jarenlang het gezicht was.

De predikant bleef niet in het bestuur van de post. „Op een bepaald moment kwam de vraag aan de orde om de commissie Oost-Vlaanderen bij het deputaatschap voor evangelisatie van de Christelijke Gereformeerde Kerken aan te sluiten. Toen dat niet gebeurde stopte ik als voorzitter. Ik vind het jammer dat die stichting officieel nog los staat van het deputaatschap.”

In zijn Maassluise tijd was hij betrokken bij de stichting De Bijbel in elk huis, en smokkelde hij Bijbels, onder meer naar Roemenië en China. Voor de Amerikaanse stichting Bible League was hij in China om Bijbels te verspreiden. „De Chinese christenen begonnen te huilen van ontroering toen ze ons zagen. Het was voor het eerst dat ze christenen uit een ander land ontmoetten.” Het bestuur van de Amerikaanse organisatie vroeg hem of hij een Nederlandse afdeling van de Bible League wilde beginnen. Zo werd hij de eerste predikant-directeur van de Nederlandse afdeling. Het werk bestond voor een groot gedeelte uit het werven van donateurs voor Bijbelverspreiding in 46 landen. In 1999 onderging de predikant een ingrijpende hartoperatie. Vanwege complicaties daarna dacht hij erover met emeritaat te gaan, maar de weg liep anders. Ds. Van Vuuren kwam in de kleine gemeente Rotterdam-Charlois terecht, waar hij aan de wieg stond van het werk van de internationale gemeente ICF in Rotterdam.

Vanaf 2002 tot 2010 verrichtte hij bijstand in het pastoraat in Klundert. Vorig jaar verhuisde hij met zijn vrouw naar Harderwijk.

Terugziend zegt de predikant, die in 2003 met emeritaat ging, dat hij een grondwerker was. „In 2 Koningen 3 staat dat men greppels moest graven en dat de Heere die zou vullen. Ik heb ook greppels mogen graven. Dat werk moet je laag bij de grond doen. Je kunt niet rechtop blijven. Het is niet belangrijk dat mijn naam niet bij allerlei werk betrokken is. Het gaat om de Naam van de Heere. Ik heb veel meegemaakt in mijn leven en ik vertrouw erop dat de Heere het ten goede heeft uitgewerkt. Langs allerlei wegen maakt Hij het zo dat wij ons verwonderen moeten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer