Rosenthal: Bewapenen opstandelingen Libië onverstandig
DEN HAAG (ANP) – Nederland vindt het „ongewenst en onverstandig” als andere landen de opstandelingen in Libië zouden voorzien van wapens. Dat zei minister Uri Rosenthal (Buitenlandse Zaken) donderdag tijdens het debat over de uit te breiden missie boven Libië. De Tweede Kamer is daar ongerust over, omdat de Amerikanen de wapenleveranties niet uitsluiten.
Maar leveranties zijn volgens het kabinet niet verstandig, omdat je niet weet aan wie je de wapens verstrekt en wat de gevolgen zijn. Het is ook niet wenselijk, omdat het de eenheid in de internationale gemeenschap zou verstoren als het gaat om de aanpak van het Libische regime.
„Het is op dit ogenblik voor Nederland niet aan de orde”, zei Rosenthal. Als NAVO-lidstaten de randen hiervan opzoeken of erover heengaan, dan zal Nederland ze daarop aanspreken en geen verantwoordelijkheid daarover willen dragen, zei hij.
Nederland wil juist stevig inzetten op een homogene koers en commandostructuur van de NAVO-missie. Het bondgenootschap controleert het wapenembargo en het vliegverbod. Resolutie 1973 van de VN, waarop de maatregelen gebaseerd zijn, biedt volgens Rosenthal geen optie om het Libische regime omver te werpen. Wel wordt getracht het bewind af te knijpen met tal van sancties, zoals bevriezing van tegoeden en de ban op visa.
Nederland is er verder nog niet aan toe om de Libische Nationale Raad te erkennen, zoals Frankrijk en Qatar wel hebben gedaan. Deze raad heeft zich opgeworpen als spreekbuis van het verzet tegen de Libische leider Muammar Kaddafi. Volgens Rosenthal is nog niet helemaal duidelijk wie er precies in die raad zitten. Met het opstarten van de politieke dialoog met de Libische bevolking moet ook rekening worden gehouden met de maatschappelijke organisaties, de jeugdbeweging en tribale leiders.