Tevens stuurde de rechtbank verdachte Richard van O. ter gedragsdeskundige observatie naar het Pieter Baan Centrum (PBC). De beslissing of diens partner, hoofdverdachte Robert M., ook naar het PBC moet, laat nog enige dagen op zich wachten. M. heeft bezwaar gemaakt tegen opname, maar de verwachting is dat ook hij in de kliniek zal belanden.

In het PBC wordt een multidisciplinair onderzoek verricht, waaruit onder meer de toerekeningsvatbaarheid van verdachten naar voren moet komen. Ook geeft het PBC een advies af over het al dan niet opleggen van tbs.

Richard Korver, de advocaat die enkele tientallen bij de zaak betrokken ouders bijstaat, acht het PBC-onderzoek van groot belang voor de ouders van misbruikte kinderen. Het lezen van de rapportage kan de ouders mogelijk helpen bij een beter begrip van hoe de verdachten tot hun daden zijn gekomen.

Volgens Korver is het niet direct een probleem dat zowel M. als Van O. heeft aangekondigd niet aan het PBC-onderzoek te zullen meewerken. „De vraag is hoelang ze dat gaan volhouden”, aldus de raadsman. „In het politieonderzoek zijn ze ook gaan praten.”

Korver heeft de rechtbank gevraagd een aantal ouders spreektijd te gunnen tijdens het proces. Ook dit kan hun van dienst zijn bij het verwerkingsproces, meent hij. De rechtbank heeft een beslissing op dit punt uitgesteld. De advocaten van Robert M. zijn ertegen, omdat de wet het niet zou toestaan.

Robert M. werd 7 december gearresteerd, zijn echtgenoot Richard van O. enkele dagen later. M. heeft toegegeven dat hij 85 kinderen (in de leeftijd van 0 tot 2,5) heeft misbruikt, onder andere op de Amsterdamse crèches waar hij werkzaam was. Van het misbruik zou hij beeldmateriaal hebben gemaakt, onduidelijk is nog hoeveel.

Het proces tegen M. en Van O. wordt voortgezet op 17 juni.