BritNed is eigendom van een gezamenlijke onderneming van TenneT, de beheerder van het landelijk hoogspanningsnet die in handen is van de staat, en van de Britse evenknie National Grid. De kabel is opgezet als commercieel project, hetgeen inhoudt dat de investering van 600 miljoen euro in de 260 kilometer lange kabel zichzelf moet terugverdienen. Contracten om de kabel te gebruiken voor transport van stroom en om de stroom te kopen worden verhandeld op de stroombeurs APX-Endex.

De kabel heeft een capaciteit van 1000 megawatt, genoeg om een stad als Amsterdam van stroom te voorzien. Door het tijdverschil met Engeland valt de piek in het verbruik van stroom niet gelijktijdig met die in Nederland. Daardoor kan een verschil in stroomprijs ontstaan, waardoor het financieel aantrekkelijk wordt om de kabel te gebruiken. Bovendien zal het aanbod van stroom in de toekomst een veel grilliger verloop vertonen, doordat de Britten flink investeren in windenergie op zee. Bij veel aanbod van deze groene stroom in Engeland kan die dus hier afgezet worden. Omgekeerd kan windenergie uit Duitsland via Nederland zijn weg vinden naar het Verenigd Koninkrijk.

Bert den Ouden, de topman van APX-Endex, zegt dat in feite de Britse markt en de markt in Noord-West Europa aan elkaar gekoppeld worden. Dat leidt tot een betere benutting van de capaciteit om elektriciteit op te wekken en die betere efficiency zal lagere prijzen tot gevolg hebben. Door de internationale handel in stroom is in feite sprake van een „prijskoppeling”. De netten van Nederland, België en Frankrijk zijn al langer met elkaar verbonden en de „prijskoppeling” van deze landen leidde tot lagere tarieven in ons land. Voor een doorsnee huishouden leidde dat tot een financieel voordeel van zo’n 35 euro per jaar, aldus Den Ouden. De BritNed-stroomkabel zal een minder groot financieel voordeel opleveren, denkt hij.