Ook mama mag Jillis naar bed brengen

Onze zoon Jillis (2,5 jaar) maakt er een probleem van om door mij naar bed te worden gebracht. Hij wil per se dat papa het doet. Ik vind het lastig dat hij mij aan de kant zet. Soms is het gewoon handiger dat ik het doe, omdat mijn man laat thuiskomt. Moet ik meegaan in de wens van onze zoon? Gaat die voorkeur voor vader later weer over?

Drs. Sarina Brons-van der Wekken
29 March 2011 20:04Gewijzigd op 14 November 2020 14:17
Beeld Anjo Mutsaars
Beeld Anjo Mutsaars

Het is een normaal verschijnsel dat een kind ineens een voorkeur ontwikkelt voor een ouder en tegen de andere nee zegt. Het kan gaan om het naar bed brengen, maar ook om spelen, eten geven, aankleden en dergelijke. Dat kan voelen als een pijnlijke afwijzing.

Vaak gaat zo’n periode van voorkeur vanzelf voorbij. Ook kunnen de voorkeuren gedurende het opgroeien wisselen. Vanaf ongeveer een halfjaar gaan kinderen zich bewust hechten aan de personen in de directe omgeving. Degene die het meest voor het kind zorgt, krijgt een centrale positie. Door deze persoon zal een baby zich het liefst willen laten troosten. Later kan dat weer anders zijn. De rol van de ouders en de behoefte van het kind kunnen namelijk per levensfase verschillen.

Er is niet altijd peil op te trekken waarom de ene ouder de voorkeur heeft boven de andere. Er zijn meerdere verklaringen mogelijk waarom een kind tijdelijk liever met die ouder omgaat. Sommige verklaringen kunnen op Jillis van toepassing zijn.

  • De ouder die er het meest is, voelt het meest vertrouwd. Deze moet hem dan ook verzorgen bij het naar bed gaan. Bij jonge kinderen is dit vaak de moeder.

  • De ouder die vaker afwezig is, wordt geclaimd op het moment dat hij thuis is. Jillis heeft vader gemist en wil zijn tijd zo veel mogelijk met hem delen.

  • Met de een heb je nu eenmaal meer affiniteit dan met de ander. Als karakters beter op elkaar aansluiten, begrijp je elkaar beter. Mogelijk voelt de vader Jillis beter aan.

  • Het kan zijn dat de aanpak van de ene ouder niet zo goed past bij het kind. Te ruw, te zeurderig, te druk, te gehaast. Het kan ook zijn dat de aanpak van de voorkeurouder leuker is, zonder dat die van de ander per se slecht is. Zo kan Jillis het waarderen dat papa hem altijd nog een keer in de lucht gooit voordat hij in bed kruipt. Of vindt Jillis die zware stem prettig als vader rustig voorleest.

  • De ene ouder doet te veel zoals de andere ouder altijd doet, terwijl dit voor een kind juist niet prettig is. Het was papa’s manier om een cijfer te geven aan de dag en te vertellen wat het allerleukste was. Dat moet mama nu niet ineens ook gaan doen.

Het ontwikkelen van een tijdelijke voorkeur is op zichzelf normaal, maar het is wel belangrijk dat ouders hier goed mee omgaan. Het kan namelijk een probleem worden als het kind te veel afhankelijk wordt van de ene ouder. Of als er een verbondje ontstaat ten koste van de andere ouder. Dan ontstaat er een loyaliteitsconflict, wat spanning geeft omdat een kind zich gedrongen voelt een keuze te maken tegenover de andere ouder.

Hoe kunnen ouders het best omgaan met voorkeuren? Allereerst is het goed om te bedenken dat de voorkeur voor de ene ouder niet automatisch betekent dat het kind de ander afkeurt. Soms doet de voorkeurouder spannender of leukere dingen tijdens het verzorgen.

Omdat de voorkeur voor de ene ouder meestal iets tijdelijks is, hoeven ouders niet in een kramp te schieten of van alles uit de kast te halen om de liefde van het kind terug te veroveren. Wel is het belangrijk dat ouders zo min mogelijk toegeven aan de nieuwe voorkeur. Toegeven is namelijk een bevestiging van de voorkeur. Dat gebeurt als papa zegt: „Inderdaad, mama kan jou minder goed naar bed brengen dan ik!”

Hierdoor kan er een scheve verhouding groeien die later moeilijker te corrigeren is. Ouders kunnen het best duidelijk zijn en zelf bepalen wie het kind naar bed brengt, verschoont, tanden poetst en dergelijke. Corrigeren gaat het best met humor, waardoor het niet meteen heel zwaar wordt.

Kinderen zijn gebaat bij duidelijkheid, zonder dat ze ouders tegen elkaar kunnen uitspelen. Ouders kunnen bespreken wat te doen bij weigering van het kind. Niet toegeven, maar wat dan wel? Is er sprake van peuterkoppigheid, dan is afleiden een betere manier dan het aangaan van de strijd.

Een patstelling wordt voorkomen door het kind nieuwsgierig te maken of uit te dagen. „Hier is beer. Hij is nieuwsgierig hoe snel jij de trap op kunt lopen. Hij gaat een wedstrijdje doen. Ik denk dat hij gaat winnen!” Als een kind volhardt in zijn weigering, kan het helpen om tijdelijk dingen samen te doen. Het kan ook helpen als de voorkeurouder afwezig is. Dan heeft het kind eenvoudig geen keus.

Afgewezen ouders hoeven zich niet uitgerangeerd te voelen, maar kunnen zoeken naar eigen momenten met het kind om samen plezier te hebben. Samen dingen doen versterkt de band. De voorkeurouder kan de ander sterker maken door steun en waarderen uit te spreken. „Wil jij niet door haar naar bed worden gebracht? Natuurlijk brengen moeders ook graag hun kind naar bed. Weet je, zij kan je heel lekker instoppen. Jij boft maar dat vanavond mama aan de beurt is. Kom, een knuffel voor de nacht en welterusten!”

Het maakt het later gemakkelijker om aanhankelijkheid aan beide ouders te tonen als ouders elkaar in hun waarde laten en elkaar accepteren. Als het kind ziet dat vader van moeder houdt en omgekeerd, dan is het voor hem gemakkelijker om van hen allebei te houden.

Hoewel de afgewezen ouder de neiging kan hebben een stapje terug te doen, kan deze zich beter niet uit het leven van het kind terugtrekken, maar aanwezig blijven. Zonder overigens te forceren, want dwang heeft vaak een averechts effect. Het kind blijft in de afwijzing zitten, terwijl de ouder blijft aandringen. In plaats hiervan is het beter om de interesse van het kind te wekken.


Tips

Zie het ontwikkelen van een voorkeur als iets normaals dat gewoonlijk weer voorbijgaat.

Geef zo min mogelijk toe aan de voorkeur.

Stimuleer als voorkeurouder het contact met de andere ouder.

Voel je als afgewezen ouder niet persoonlijk geraakt.

Blijf als niet-voorkeurouder tijd doorbrengen met het kind.

Doe leuke dingen die passen bij de eigen persoonlijkheid.

Waardeer elkaar als ouders over en weer.

Forceer niet, maar lok interactie uit.

Wilt u reageren of hebt u vragen over opvoeding? Leg ze (anoniem) voor aan psychologe drs. Sarina Brons. Dat kan door de situatie en de (gezins)omstandigheden, liefst uitvoerig, te mailen naar: wijs@refdag.nl of te sturen naar: RD, t.a.v. redactie Wijs, Postbus 670, 7300 AR Apeldoorn.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer