Politiek

„Bosnische vlucht op Sirte was niet bekend”

DEN HAAG (ANP) – Het is nog altijd niet duidelijk of de Nederlander die op 27 februari in Libië werd opgepakt bij de mislukte evacuatiepoging met een marinehelikopter die dag ook mee had kunnen vliegen met een Bosnisch vliegtuig. Bij het kabinet was geen informatie over een Bosnische vlucht bekend, schreven de ministers Uri Rosenthal (Buitenlandse Zaken) en Hans Hillen (Defensie) vrijdagavond in antwoord op vragen van de Tweede Kamer.

26 March 2011 07:48Gewijzigd op 14 November 2020 14:15
De ministers Hillen (l.) en Rosenthal. Foto ANP
De ministers Hillen (l.) en Rosenthal. Foto ANP

Een Bosnische onderminister stelde eerder dat de Nederlandse evacué had mee gekund met een Bosnisch vliegtuig dat in Sirte landgenoten kwam ophalen. Nederland heeft dat nagevraagd in Bosnië-Herzegovina, dat niet was vertegenwoordigd in een internationaal coördinatiecentrum dat op Malta was ingericht. Maar tot dusver is „nog geen duidelijkheid verkregen of er op die dag een vlucht naar Sirte was voorzien”, aldus de bewindslieden. Het kabinet hoopt daarover voor het Kamerdebat dinsdagavond uitsluitsel te hebben.

Het kabinet zegt verder geen aanwijzingen te hebben dat er de bewuste zondagavond vluchten op Sirte werden uitgevoerd. Ook wist het die zondag niets van (geplande) evacuatievluchten met civiele vliegtuigen, die volgens de ministers achteraf gezien wel hebben plaatsgevonden in Sirte. Wanneer dat was, zeggen ze er niet bij. Het kabinet blijft erbij dat er geen alternatieven waren om de Nederlander te evacueren.

Uit de antwoorden blijkt verder dat de marinetop niet op de hoogte was van de evacuatiepoging. De directeur operaties van de commandant der zeestrijdkrachten werd pas geïnformeerd toen de operatie was mislukt. De ministers wijzen erop dat de commandant der strijdkrachten over de daadwerkelijke inzet van eenheden gaat, in dit geval de Hr. Ms. Tromp.

Libië heeft als tegenprestatie voor vrijlating van de helikopterbemanning gevraagd zich in te spannen voor teruggave van twee Libische militaire vliegtuigen die door gedeserteerde vliegers naar Malta waren gevlogen. Ook moest Nederland zich inzetten voor een internationale waarnemersmissie voor Libië. Het kabinet ging niet op de verzoeken in, omdat die „niet gepast werden geacht”. Behalve Nederland hebben ook Griekenland en Malta, die een bemiddelende rol speelden, geen enkele toezegging gedaan om de helikopterbemanning vrij te krijgen, stellen Rosenthal en Hillen.

De bewindslieden gaven eerder al aan te vermoeden dat Libië voorkennis had over de actie, omdat er opeens gewapende Libiërs verschenen toen de helikopter was geland. Volgens Rosenthal en Hillen is het echter niet mogelijk om nader onderzoek te doen naar die voorkennis. „Wel zullen hieruit lessen worden getrokken ten behoeve van de voorkoming van voorkennis bij eventuele toekomstige operaties”, schrijven ze.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer