Ten dienste van dienders

Tientallen jaren loodste hij honderden buitenlandse agenten langs Nederlandse politiekorpsen. Deze week zwaait Gereformeerde Bonder Maris den Engelsman (65) af als contactambtenaar (relations officer) politie en veiligheid bij de rijksoverheid. „Ik ben best blij met onze sterke arm.”

J. Visscher
23 March 2011 09:15Gewijzigd op 14 November 2020 14:11
Maris den Engelsman, die jarenlang buitenlandse agenten in Nederland rondleidde, met een Brits bobbyhelm en een Canadese wapenstok, presentjes van buitenlandse delegaties. Foto RD, Anton Dommerholt
Maris den Engelsman, die jarenlang buitenlandse agenten in Nederland rondleidde, met een Brits bobbyhelm en een Canadese wapenstok, presentjes van buitenlandse delegaties. Foto RD, Anton Dommerholt

Lachend haalt Maris den Engelsman in zijn woonkamer in Waddinxveen een Russische bontmuts tevoorschijn. Hij kreeg het hoofddeksel, inclusief stevige oorflappen, van een politieman uit Kirgizië. „Dan heb je het nooit meer koud”, zei de man.” Behalve de bontmuts herinneren ook een Engelse bobbyhelm, een Australische frisbee en een Texaans hoofdstel voor een cowboypaard aan de talloze contacten die Den Engelsman had met buitenlandse dienders.

Bij het ministerie van Binnenlandse Zaken (later Veiligheid) onthulde Den Engelsman als ‘ceremoniemeester’ honderden delegaties van buitenlandse politiekorpsen de geheimen van de Nederlandse politie. „Ik begeleidde bijvoorbeeld buitenlandse agenten naar een werkbezoek in Utrecht. De politie daar heeft, net als in veel andere steden, een fietspeloton. Agenten kunnen zo in nauwe steegjes komen, waardoor er meer contact is met de burgers.”

In een ander geval zorgde de Waddinxveense rijksambtenaar, zelf paardenliefhebber, ervoor dat een groep buitenlandse agenten de verrichtingen van Nederlandse politiepaarden kon gadeslaan. „Die paarden zijn niet alleen geschikt voor ceremonies. Ze helpen ook in de strijd tegen voetbalvandalen. Vijf paarden richten meer uit dan vijftig agenten. Je zult vijf van die paardenkonten op je af zien komen. In de helmen van de politieruiters zitten trouwens cameraatjes die van bovenaf de menigte kunnen filmen.”

Ook per telefoon voorzag Den Engelsman buitenlandse politiemensen van informatie over de Nederlandse sterke arm. „Dan gaat het om vragen als: Hoe regelen jullie de database voor vingerafdrukken? Hoe werken politiespeurhonden in Nederland? Onder wiens verantwoordelijkheid vallen arrestatieteams? Hoe pakken ze in Nederland radicalisering aan? Wat is bij jullie de positie van de politievakbonden?”

Nederland voorzag buitenlandse dienders van nuttige tips, omgekeerd kon ons land ook van collega’s van over de grens wat opsteken. „Van Japan leerde de Rotterdamse politie bijvoorbeeld dat het handig is om midden in een wijk een kleine politiepost op te richten. Om zodoende contact met de bevolking te houden en zicht te houden op lastige jongeren. De oprichting van zo’n kleinschalige politiepost leidde tot de vestiging van bijvoorbeeld buurthuizen voor diverse allochtone groeperingen. Of dat de integratie tegenhoudt? Wat mij betreft geef je mensen de ruimte om vredig bij elkaar te zijn. Mensen moet hun eigen gebak en hun eigen thee kunnen maken. Een Zeeuw blijft ook een Zeeuw.”

Den Engelsman maakte door zijn werk kennis met talloze aspecten van het politiewerk in Nederland. „Vorig jaar bezochten we bijvoorbeeld met twaalf parlementariërs uit Londen de haven van Rotterdam. Hoe doen ze daar het politie- en douanewerk? Hoe pikken ze verdachte schepen eruit? Dan maak je kennis met scanapparatuur die de inhoud van zeecontainers controleert. Je krijgt te horen hoe een politiehond een illegale lading van 100.000 sigaretten ontdekt.”

Contacten met buitenlandse delegaties vergen een antenne voor verschillende culturen, betoogt Den Engelsman. Zijn grote voorbeeld is koningin Beatrix. „Ik heb grote waardering voor de manier waarop zij delegaties ontvangt en buitenlandse reizen voorbereidt. Ze kent dossiers en verdiept zich in mensen en culturen.”

In internationaal verband staat de Nederlandse politie beslist zijn mannetje, vindt Den Engelsman. „In Europa zitten we in de voorste linies, samen met landen als Engeland, Duitsland en Denemarken. De Nederlandse agent is breed inzetbaar. Het ene moment helpt hij een slachtoffer van een verkeersongeval, het andere moment draait hij mee in de mobiele eenheid. Ik ben best blij met onze sterke arm. Pas kon hier de buurt geen vat krijgen op een vent met twee pitbulls en jukeboxen waar veel lawaai uit kwam. Dan verschijnt toch maar de politie die die honden doodschiet en de apparatuur uit de muur trekt.”

Zijn het ergerniswekkende getob met computersystemen en de bureaucratie minder fraaie kanten van de Nederlandse politie? „Ja, dat klopt. Er is helaas bureaucratie. Gelukkig komt daar de laatste jaren verbetering in. Minister Opstelten van Veiligheid wil dat agenten weer vaker de straat op gaan. Het is een goede zaak dat burgerpersoneel politiemensen administratief werk uit handen neemt. Wat de computersystemen betreft: het is niet eenvoudig om daar landelijke overeenstemming over te krijgen.”

Zeker politiemensen uit minder welvarende landen keken „met jaloerse ogen” naar het reilen en zeilen bij de Nederlandse politie, merkte Den Engelsman. „Een agent uit Ghana verwonderde zich over onze moderne pc’s en walkie-talkies. „Wat zijn jullie rijk”, zei hij. Ik zie nog een politiedelegatie uit Uganda door de gangen van het ministerie van Binnenlandse Zaken lopen. „What a wonderful building.” (Wat een prachtig gebouw.) Ik durfde niet te zeggen dat het gebouw tegen de vlakte zou gaan en ik durfde niet uit het raam te wijzen naar het gloednieuwe pand dat voor Binnenlandse Zaken gebouwd werd.”

Zijn orthodox-christelijke levensovertuiging hield de hervormde Den Engelsman niet verborgen. Hij liet buitenlandse delegaties niet op zondag in Nederland arriveren. Ook vroeg hij aan het begin van gezamenlijke maaltijden om een moment stilte. Die gewoonte leidde tot „waarderende mails van generaals die zeiden dat ze dit fatsoen zeer waardeerden.” Er waren ook opmerkelijke reacties. „Een groep Japanners bleef minutenlang met het hoofd voorovergebogen zitten. Ik dacht: Die moeten inmiddels twee keer het Onze Vader hebben opgezegd. De tolk fluisterde me in dat ik een seintje moest geven. Ik riep: Amen. Daarop hieven al die Japanners enthousiast hun hoofden omhoog.”

Essentieel is dat christenen in een seculiere omgeving opvattingen kunnen baseren op de Bijbel, betoogt de Waddinxvener. „Bij iets zoals stilte vragen voor de maaltijd verwijs ik dan naar het Bijbelwoord waarin Jezus dankt voor het eten.” Minstens zo belangrijk is dat leer en leven met elkaar stroken, benadrukt hij. „Mooi praten over het geloof, zonder de daarbij behorende werken te doen, werkt natuurlijk averechts. Als je over de Bijbel praat en je loopt de kantjes er af, is dat voor anderen niet geloofwaardig.”


Discussie over schuilkelders

Maris den Engelsman (65) werkte vanaf 1971 vier jaar als ambtenaar bij de gemeente Apeldoorn. Daarna was hij 2,5 jaar actief in Kenia, bij de bouw van een ziekenhuis. Daar werkte hij onder meer voor projecten van de Gereformeerde Zendingsbond (GZB).

Vanaf 1977 kwam hij in Den Haag bij de rijksoverheid terecht. De laatste twintig jaar werkte hij als contactambtenaar voor politie en veiligheid bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. Sinds vorig jaar viel Den Engelsman onder het nieuwe ministerie van Veiligheid van minister Opstelten.

Van 1977 tot 1990 was Den Engelsman betrokken bij ramp- en brandbestrijding en burgerbescherming. Hij adviseerde ten tijde van de Koude Oorlog tientallen gemeenten over de bouw van schuilkelders. Een wereld van beveiligde parkeergarages, stalen deuren en noodstroomaggregaten.

De Waddinxvener, vader van vier kinderen, kan smakelijk over die tijd vertellen. „Ik sprak ooit een linkse actievoerder uit Eibergen over zo’n schuilbunker. Die man was daar tegen. Hij zei: „Van de 20.000 mensen hier zijn er maar 2000 voor zo’n bunker.” Ik zei: „Dat komt goed uit. Want er passen er maar 2000 burgers in.” Hij was even stil en zei: „Laat ik maar even in de lach schieten.””

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer