„Kleine stap kan voor eenzame veel veranderen”
Het werkt niet om bij een oudere over de drempel te stappen en te roepen dat je zijn sociale isolement komt oplossen. Eenzaamheid, niemand hebben op wie je een beroep kunt doen, roept schaamtegevoelens op, weet dr. Anja Machielse. De afgelopen vier jaar was ze verantwoordelijk voor het onderzoeksproject ”Voorkomen en bestrijden van sociaal isolement bij ouderen in Rotterdam”. De havenstad kent veel senioren die er (vrijwel) alleen voor staan.
„Het ontbreken van een netwerk knaagt aan het zelfvertrouwen. Menigeen ontkent dit en vertelt over ondernomen activiteiten of stelt geen behoefte aan contacten te hebben. Sommigen overschatten zichzelf en zeggen dat niemand hen begrijpt.” Een belangrijke uitkomst van het Rotterdamse onderzoek is de noodzaak van een-op-eencontact. „Er moet een vertrouwensband bestaan voordat iemand vertelt dat het hem niet lukt mensen aan zich te binden.”
De resultaten van het onderzoek zijn samengebracht in een boek voor iedereen die zich met het sociaal isolement van ouderen bezighoudt. In het persbericht dat de uitgave aankondigt, staat dat de meeste acties die het ontbreken van een netwerk willen verhelpen weinig effectief zijn. Wat doen anderen verkeerd? Machielse: „Tot voor kort organiseerden de meeste hulpverleningsinstanties allerlei activiteiten voor ouderen. De achterliggende gedachte was dat het sociale isolement vanzelf zou verdwijnen wanneer je mensen met elkaar in contact bracht.”
Het tegendeel bleek waar. „Gevoelens van eenzaamheid namen niet af, bijvoorbeeld omdat het opbouwen van nieuwe contacten niet meevalt voor iemand die nog midden in een verlieservaring zit. De drempel van een spel- of informatiemiddag is voor velen te hoog. Juist het bezoeken van een bijeenkomst waar ze vreemden tegenkomen, vinden ze eng.”
Het gaat niet om een grote gemene deler, maar om een gerichte aanpak. Rotterdam wil in de toekomst proberen senioren zonder netwerk of met beperkte sociale contacten vroegtijdig in kaart te brengen. De gemeente hoopt probleemsituaties te verbeteren of verder afglijden te voorkomen. Nagegaan wordt in hoeverre vrijwilligers in dit traject inzetbaar zijn.
De Rotterdamse aanpak kenmerkt zich door het oog hebben voor de behoeften én de veranderingsmogelijkheden van de cliënt en het op waarde schatten van kleine verbeteringen. „Hulpverleners zijn ambitieus. Natuurlijk is dat prima. Toch moeten ze leren hun doelen bij te stellen en een stapje terug te doen. In tal van situaties lukt het niet eenzaamheid te verminderen. Hulpverleners willen vaak te veel, terwijl het vanuit het gezichtspunt van de oudere al een grote verandering kan zijn dat hij een hulpverlener in zijn leven toelaat. Datzelfde geldt als hij voor het eerst sinds jaren weer naar de huisarts stapt en hem medicijnen voor een kwaal vraagt.”
Dit is het slot van een tweeluik over sociaal isolement onder ouderen.