Dat zei SGP-fractievoorzitter Van der Staaij zaterdagmiddag tijdens de algemene vergadering van de SGP in Hoevelaken. Het was de eerste partijrede die Van der Staaij uitsprak. Hij volgde na de Kamerverkiezingen van vorig jaar juni Van der Vlies op als partijleider.

Van der Staaij zegde zijn partijgenoten toe dat hij het kabinet-Rutte „onafhankelijk en constructief” tegemoet zal treden. „Wij voelen ons niet thuis bij zure linkse oppositie. Grote opgaven liggen er voor in het saneren van de overheidsfinanciën. Maar evenmin slikken wij de kabinetsplannen voor zoete koek. Wij hebben nergens voor getekend. Wij blijven trouw aan ons verkiezingsprogramma.”

Van der Staaij benadrukte wel Rutte de SGP niet alleen moet gebruiken om zijn wetsvoorstellen door de Tweede Kamer te krijgen. De SGP-fractievoorzitter haalde een uitspraak aan van zijn voorganger, ds. H.G. Abma, die in 1978 ook een vorm van stille gedoogsteun verleende aan het CDA/VVD-kabinet Van Agt/Wiegel: „”Wij hebben er moeite mee, wanneer we wel goed zouden zijn voor de stemming, doch niet voor de beraadslaging”, zei ds. Abma op de partijdag van 1978. Die woorden hebben we goed in onze oren geknoopt.”

De SGP-voorman ging in dit verband ook in op de rol van de Eerste Kamer: „De SGP is er niet op uit om via de route van de Eerste Kamer dit kabinet het leven onmogelijk te maken. Een onafhankelijke en constructieve houding is onze senator Holdijk wel toevertrouwd.”

Van der Staaij waarschuwde het kabinet oog te hebben voor draagvlak in de Senaat. Als voorbeelden waar de SGP extra scherp op zal letten noemde hij de plannen voor het passend onderwijs, de langstudeerders en de samenvoeging van Wajong, WSW en Bijstand.