Aardbeving Japan geen aankondiging van de eindtijd
Diep verborgen in de schepping schuilen onbedwingbare krachten. Als de aardkorst begint te schuren, verplaatst de energie zich in vernietigende golven rond het epicentrum. De mens staat machteloos. Zo is het ook met atoomenergie; als de kernreactie op hol slaat, smelt alles weg.
Het Japanse woord tsunami –hoge golf in de haven– heeft sinds tweede kerstdag 2004 algemene bekendheid. Voor de verschrikkelijke zeebeving in de Indische Oceaan zijn geen gewone woorden beschikbaar. In één klap vinden bijna 300.000 kustbewoners van Sri Lanka tot Indonesië de dood. De golf veegt Banda Atjeh van de aarde weg.
Nu is Japan zelf getroffen door een aardbeving en een vloedgolf, waarbij meer dan 10.000 doden zijn gevallen. Moderne media brengen het natuurgeweld heel dichtbij. Journaal en internet tonen beelden die met videocamera’s zijn opgenomen. De vloedgolf sleept alles mee wat niet verankerd is en beukt alles kapot wat niet van beton is. Als het water wijkt, blijft de leegte over, een onafzienbare ruïne.
De beelden van natuurrampen zijn voor moderne mensen –en ook voor christenen– moeilijk te rijmen met het bestaan van een almachtige God. Waar is Hij te midden van al dat geweld, in Atjeh, in Haïti, in Sendai? Hoe kan het dat er zo veel onschuldige mensen omkomen? Natuurlijk, er zijn strikt genomen geen onschuldige mensen. Het natuurgeweld maakt zichtbaar dat de wereld gebroken is, omdat de wereld gebroken heeft met de Schepper.
Natuurrampen maken nog altijd minder slachtoffers dan mensenhanden; de meesten vallen door oorlogen en andere vormen van geweld. Honger en armoede vinden hun oorzaak in de ongelijke verdeling van voedsel en welvaart.
Zelfs de hoge aantallen slachtoffers bij rampen zijn niet zelden het gevolg van onderschatte risico’s. Sommige mensen wonen aan de voet van een vulkaan, omdat de grond er zo vruchtbaar is. Een onverwachte uitbarsting eindigt in een catastrofe. Natuurrampen zijn niet alleen een kwestie van goddelijke voorzienigheid, maar ook van menselijke verantwoordelijkheid. Die twee liggen ineen verstrengeld.
In Japan blijkt die verstrengeling vooral uit de grote problemen met een aantal kerncentrales. Die zijn goed beveiligd en zo gebouwd dat ze de zwaarste aardbevingen kunnen doorstaan. Toch zijn er grote problemen, omdat de stroom is uitgevallen en de noodvoorzieningen niet goed werken.
Sommige christenen zien in de recente aardbevingen een teken van de eindtijd. De Drentse SGP’er Willem van Hartskamp haalde het landelijke nieuws door te twitteren: „Aardbeving geeft aan: Het einde van de tijd is nabij! Geen 25 jaar meer…” Nieuwszenders gaan ermee aan de haal, spreken spottend hun verachting uit voor de opvattingen van zwartekousenchristenen.
Twitter is ongeschikt voor genuanceerde boodschappen. Wie er, zeker in dit verband, gebruik van maakt, dient dat voorzichtig en met terughoudendheid te doen, in het besef dat heel de wereld meeleest.
Dat geldt ook voor de tweet van Heart Cry die de natuurramp als illustratie gebruikt voor het kwaad van de zonde: „De tsunami in Japan is vreselijk. Een nog veel grotere tsunami gaat al 1000-en jaren over de wereld. Een tsunami van zonde en onreinheid.” De twitteraar heeft blijkbaar geen familieleden onder de slachtoffers.
Bij de interpretatie van de tekenen der tijden is terughoudendheid geboden. De Heere Jezus spreekt van natuurrampen: „Gij zult horen van oorlogen, en geruchten van oorlogen (…) er zullen zijn hongersnoden, en pestilentiën, en aardbevingen in verscheidene plaatsen” (Mat. 24:6, 7). Hij zegt echter niet dat dit de tekenen zijn van het einde, maar integendeel dat al deze dingen moeten plaatsvinden terwijl het einde er nog niet is.
Natuurrampen zijn van alle tijden. Onderzoek wijst uit dat daar geen meetbare toename in zit. De gevolgen worden wel desastreuzer, maar dat komt niet door de natuur, maar door de mens, die ondanks alle techniek steeds kwetsbaarder wordt. Dat is de paradox van het technologische optimisme. Hoe geavanceerder de beveiligingsmaatregelen, hoe groter de ellende als zij falen.
Natuurrampen leiden volgens het woord van Christus tot chaos en crisis. In die chaos staan mensen op die zich voor de Messias uitgeven. Daar waarschuwt Hij voor. Zo heeft de economische crisis voor de oorlog de weg gebaand voor Adolf Hitler, die opstond en zei: „Ik ben de Führer, volg mij.” Helaas hebben veel christenen zich door die antichristelijke macht laten verleiden.
Bij het onderscheiden van de tekenen van de tijd moeten de leerjongeren van Christus juist niet te veel letten op de rampen die in de wereld plaatsvinden. Ze kondigen wel aan dat Christus komt, omdat ze de mensheid bepalen bij de gebrokenheid en kwetsbaarheid van deze wereld. De echte tekenen van de tijden zijn de voortgang van de zendingsgeschiedenis en van Gods geschiedenis met Israël.
Machteloos
Natuurrampen laten zien dat het Koninkrijk van God nog niet is aangebroken. Ze vormen slechts de eerste vooraankondigingen van de geboorte van de vernieuwde kosmos; de eerste weeën van de bevalling; de beginselen der smarten.
Indirect is de aardbeving in Japan wel een teken van de eindtijd. Haarscherp brengt het natuurgeweld aan het licht dat de mens die God de Schepper wil evenaren, machteloos staat als de verborgen krachten van de schepping aan de oppervlakte komen. Haarscherp komt aan het licht dat de mens die God de Schepper wil evenaren, machteloos staat als een beetje energie uit het binnenste van de aarde aan de oppervlakte komt.
Door de techniek is de moderne mens bijna almachtig geworden. Toch toont de ramp in Japan de broosheid van die menselijke ‘almacht’. De krachten in de schepping zijn en blijven onbeheersbaar. Blijkbaar is het ook erg lastig om de risico’s goed in te schatten en af te dekken. Een natuurramp veroorzaakt zulke extreme omstandigheden dat de consequenties niet te overzien zijn. De technologie wekt ten onrechte de suggestie dat alles onder controle is. De wereld is telkens weer verbaasd als het anders blijkt te zijn.
Kernenergie
In de Tweede Wereldoorlog zijn de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki door atoombommen verwoest. In totaal zijn daardoor 250.000 mensen om het leven gekomen, als gevolg van de aanval zelf en door stralingsziekte en kanker. Die verschrikkelijke ervaring heeft er niet toe geleid dat Japan kernenergie heeft afgezworen. Integendeel, kernenergie is een strategische prioriteit en voorziet er in bijna 30 procent van de energiebehoefte.
Bij kernenergie wordt massa of materie omgezet in warmte. Door kernfusie of kernsplijting ontstaan nieuwe atoomkernen die lichter zijn dan de som van de atoomkernen voor de kernreactie. Er gaat massa verloren en er komt energie vrij. Albert Einstein heeft het op formule gebracht: E = mc². De energie is gelijk aan de massa vermenigvuldigd met de lichtsnelheid in het kwadraat. Die lichtsnelheid is enorm en daarom is kernenergie zo ongelooflijk krachtig.
Verzet tegen kernenergie is een linkse hobby. Maar misschien moeten christenen zich toch meer afvragen waar op dit terrein de grenzen van de techniek liggen. God heeft een orde in de schepping gelegd. Bij de scheikunde komt dat prachtig aan het licht in het periodiek systeem der elementen. De mens mag de natuur onderzoeken en er zijn winst mee doen. De kerncentrale in Petten, een onderzoeksreactor, levert radioactieve isotopen voor de geneeskunde. Met name kankerpatiënten hebben daar baat bij. Een categorische afwijzing van atoomfysica is niet op haar plaats. Dat zou een verkeerde emotionele reactie zijn op de crisis in Japan.
Toch zit er ook een andere kant aan de medaille. Op het moment dat de mensheid denkt te kunnen beschikken over de natuur en over de krachten die er in schuilgaan, blijken er steeds grenzen te zijn, die niet zonder risico’s overschreden kunnen worden. Het sleutelen aan de atomen, de ‘ondeelbare’ kleinste delen van de schepping, levert niet alleen radioactief afval op, maar blijkt in extreme omstandigheden toch een onbeheersbaar proces. De trotse mens, die de kosmos denkt te beheersen, creëert chaos.
Lissabon
Niet altijd hebben rampen geleid tot twijfel aan Gods bestaan en bestuur. Tot aan de verlichting zien de meeste mensen er de slaande hand van God in en interpreteren zij het natuurgeweld als een oproep tot bekering. Moderne mensen hebben daar geen antenne voor. Reformatorische christenen beamen in theorie wel dat God iets te zeggen heeft, maar diep in hun hart weten zij er ook geen raad mee.
De mensen uit het rijke Westen hebben vaak de meeste moeite om God en het lijden met elkaar te verbinden. Terwijl christenen in Haïti vertrouwen dat God hen niet in de steek zal laten, vragen christenen in Nederland hoe Hij het allemaal kan toelaten. Mensen die zelf nauwelijks een vinger uitsteken om hun naaste te helpen, roepen als eerste God ter verantwoording vanwege vermeende nalatigheid. Dat is een mechanisme waarmee zij hun eigen schuldgevoel wegschuiven.
In de achttiende eeuw maakt het denken vanuit de almacht en alomtegenwoordigheid van God plaats voor scepsis en twijfel. De aanleiding is de aardbeving van Lissabon in 1755. Het is Allerheiligen. De kerken zitten stamp vol. De bodem onder de Portugese hoofdstad begint te golven. Tienduizenden kerkgangers komen om. De overlevenden vluchten naar de kust, maar binnen een uur overspoelt een enorme vloedgolf de haven en de binnenstad. Volgens schattingen komen 40.000 van de 200.000 inwoners om.
Als een kaartenhuis stort ook het optimisme van de theologie van de vroege verlichting ineen. Die theologie ziet God als randvoorwaarde van het aardse bestaan. God grijpt niet rechtstreeks in, maar staat er garant voor dat deze wereld doordraait. Onze wereld is de beste van alle mogelijke werelden, aldus de Duitse filosoof Gottfried Wilhelm Leibniz.
Toch slaat het optimisme van de verlichtingstheologie niet om in pessimisme. Lissabon luidt het definitieve einde in van het geloof dat natuurrampen uitingen van Gods toorn zijn. De mens moet de rampen bestrijden door voorzorgsmaatregelen te nemen. Het optimisme van de verlichtingstheologie maakt plaats voor het optimisme van de technische maakbaarheid van de wereld. Het een is niet veel beter dan het ander.
Christenen mogen ook vandaag nog weten dat geen ding bij toeval geschiedt en dat Gods hand de geschiedenis schrijft, ook al kan niemand de lijnen die Hij tekent, natrekken. Dat betekent niet dat deze wereld de best mogelijke wereld is. De mens is gevallen en de schepping is meegevallen en kreunt onder het gewicht van de verbroken relatie met God.
Elementen
De oude wereld is door het water overspoeld. De wereld die er nu is, zal door vuur vergaan. Die dag zal komen als een dief in den nacht. De elementen zullen branden en vergaan. Dat de vernietigende kracht al sluimert in de gevallen schepping, heeft heel de wereld kunnen zien.
Het christendom bestrijdt misplaatst optimisme, of het nu theologisch of technologisch is. Het bestrijdt ook het pessimisme. Het is het puurste realisme. Het gelooft in Gods bestuur over een gevallen wereld.
Het christendom bestrijdt de gevolgen van de zonde –juist omdat het kwaad niet thuis hoort in de goede schepping– in de wetenschap dat het nooit overwonnen kan worden.
De best mogelijke van alle werelden komt nog.