Commentaar: Op het nippertje no-flyzone
Komen ze nog op tijd of zijn ze net te laat? Dat is de prangende vraag voor de opstandelingen in de Libische stad Benghazi. De VN-resolutie om een no-flyzone boven Libië in te stellen was weliswaar een opsteker voor het verzet tegen Gaddafi, maar daarmee is bepaald de strijd nog niet gewonnen.
Het besluit dat de VN-Veiligheidsraad gistervond nam, was in zekere zin verrassend. Verwacht werd dat een of twee permanente leden met een veto een spaak in het wiel zouden steken. China zou dat in ieder geval doen, zo dachten velen.
Het voorstel om een no-flyzone in te stellen haalde het echter wel. Rusland en China onthielden zich van stemming, de drie andere landen met vetorecht –Engeland, Frankrijk en de VS– stemden voor. Voorstanders van het plan kregen het zelfs voor elkaar dat er toestemming is gegeven om meer te doen dan het vliegverkeer boven Libië te controleren. De Veiligheidsraad staat lidstaten ook toe alle noodzakelijke maatregelen te treffen om burgers en grondgebied in Libië te beschermen tegen een dreigende aanval. Alleen het sturen van een buitenlandse bezettingsmacht naar Libië is verboden. Prachtig nieuws dus.
Jammer is dat dit besluit zo laat genomen is. In de achterliggende weken hebben opstandelingen erg veel terrein verloren op Gaddafi. Alleen de oostelijke stad Benghazi is nog in handen van het verzet. Het veroveren van die plaats door de regeringstroepen lijkt alleen nog een kwestie van tijd.
Wie beelden van de opstandelingen aldaar ziet, kan vaststellen dat het verzet moreel nog niet is gebroken. Tegelijk valt te constateren dat deze tamelijk ongeregelde en slecht getrainde strijdgroepen absoluut niet zijn opgewassen tegen de elitetroepen. Tot verdriet van de opstandelingen zijn deze keurkorpsen Gaddafi trouw gebleven.
Natuurlijk zijn er allerlei redenen te bedenken voor de trage besluitvorming. Het doordenken van de consequenties vraagt nu eenmaal tijd. En het valt ook niet mee om landen met grote en tegengestelde belangen op één lijn te krijgen.
Bovendien moet worden bedacht dat het nemen van een besluit één ding is, maar het effectueren ervan niet zonmaar een-twee-drie geregeld is. Het gaat niet alleen om het laten opstijgen van vliegtuigen. Als landen het luchtruim gaan bewaken, moeten zij ook voorbereid zijn op noodzakelijke vervolgstappen. Zijn er troepen beschikbaar als militaire interventies te land of ter zee noodzakelijk zijn? Kan men beheerst maar adequaat reageren als Gaddafi terugslaat, zoals hij heeft aangekondigd? Kloeke taal omzetten in ferme daden kost tijd.
Toch kan het Westen met al die op zichzelf valide argumenten niet verhinderen dat bij de opstandelingen het gevoel is ontstaan dat de wereld hen vooral alleen laat tobben bij hun verzet tegen de grillige heerser van Libië. Wanneer vandaag of morgen Benghazi valt en het verzet de nekslag heeft gekregen, zal bij de Arabische democratiseringsbeweging een onuitwisbare indruk van het Westen blijven hangen. „Zij stonden erbij en keken ernaar.” Dat idee wordt niet uitgewist door de VN-resolutie. Dat zal het vertrouwen bij de leiders van de Arabische omwenteling niet versterken.