Aanklacht tegen M. is nog niet definitief
AMSTERDAM (ANP) – De vorige week door het Openbaar Ministerie (OM) vrijgegeven aanklacht tegen Robert M., hoofdverdachte in de Amsterdamse misbruikzaak, is nog niet de definitieve versie. Deze tenlastelegging is dezelfde die het OM had opgesteld toen M. door de rechter-commissaris in december in bewaring werd gesteld, enkele dagen na zijn arrestatie.
Op de aanklacht staan twee feiten. Het eerste feit behelst een concreet geval van ernstig seksueel misbruik: slachtoffer was een in 2007 geboren jongetje, dat in de periode van 1 december 2008 tot en met 31 mei anaal zou zijn verkracht, terwijl het aan de zorg van M. was toevertrouwd. Daarnaast zou het jongetje nog enkele andere, vergaande seksuele handelingen hebben moeten ondergaan.
Artikel 244 uit het Wetboek van Strafrecht is ten laste gelegd. Dat komt neer op het seksueel binnendringen van het lichaam van een kind dat jonger is dan twaalf jaar. Daarnaast heeft justitie voor hetzelfde geval van misbruik artikel 247 opgevoerd: het plegen van ontucht met iemand jonger dan zestien jaar.
Het tweede feit op de aanklacht is een zogeheten verzamelfeit: het gaat over alle andere gevallen van misbruik waarvan M. wordt verdacht. Het onderzoek naar de veronderstelde, door M. gepleegde misdrijven loopt nog, daarom is de aanklacht nog niet tot in detail uitgekristalliseerd. Aangenomen mag worden dat het OM de tenlastelegging later aanvult of wijzigt. Eerder maakte het OM bekend dat M. heeft toegegeven dat hij 83 kinderen heeft misbruikt.
De in het verzamelfeit opgevoerde periode is 1 januari 2007 tot en met 7 december 2010 (de dag waarop M. werd gearresteerd). Ook voor dit feit worden beide wetsartikelen opgevoerd en ook hier gaat het om slachtoffertjes die aan M.’s zorg waren toevertrouwd.