Rechter spreekt bijklussende agenten vrij
De rechtbank in Den Haag heeft woensdag drie agenten van politie Haaglanden vrijgesproken van misbruik van hun ambt.
De rechter vond dat de officier van justitie niet voldoende had bewezen dat de drie speciale observatierechercheurs de handelingen ook echt binnen hun functie hadden gedaan.
Een van de drie, de ontslagen T. van D., kreeg wel een boete van 250 euro omdat hij zijn ambtsgeheim had geschonden. De agent had een bestand van de politie gebruikt om kentekenbewijzen na te trekken voor een particulier recherchebureau.
De drie mannen klusten tussen oktober 2001 en mei 2002 bij voor een recherchebureau van een ex-collega. Zij hadden een aantal keer iemand vanuit de auto of een café in de gaten gehouden. Alhoewel de rechter van mening was dat de agenten hadden moeten weten dat dit strijdig is met hun werk als speciale opsporingsambtenaar, verklaarden de drie verdachten zich totaal niet bewust te zijn geweest van illegaal gedrag. Zij dachten juist het goede te hebben gedaan.
De mannen raakten geëmotioneerd toen hun arrestatie ter sprake kwam. Alledrie hadden bijna dertig jaar bij de politie gewerkt toen ze door collega’s van hun bed werden gelicht. De officier van justitie zei rekening te houden met de emotionele ’straf’ die de verdachten kregen.
Desondanks vond hij een strafrechtelijke veroordeling, naast de disciplinaire straf die ze van de politie Haaglanden hadden gekregen, op zijn plaats. De mannen hadden volgens de officier hun beroep in gevaar gebracht en hadden hun specialistische kennis die ze door hun functie hebben, niet mogen gebruiken voor nevenactiviteiten. De rechter was het hiermee eens, maar vond een onderdeel van de aanklacht niet voldoende bewezen en sprak de drie daarop vrij.