Vooral de eis dat in geval van calamiteiten op het spoor 55 procent van de reizigers tevreden moet zijn over de dan geboden reizigersinformatie, vinden Kamerleden matig. Kees Verhoeven (D66) wil dat dat percentage wordt opgekrikt naar 75 procent. Ook PvdA’er Jacques Monasch wil een hoger percentage en vindt dat de minister het voortouw moet nemen bij het bepalen daarvan.

Ook Ineke van Gent (GroenLinks) vindt de huidige eis erg laag. „Juist bij calamiteiten hebben reizigers behoefte aan goede reisinfo, meer dan wanneer alles op rolletjes loopt. Deze eis zou je dus minstens op 70 procent moeten stellen”, aldus Van Gent.

De volksvertegenwoordigers willen de bewindsvrouw ook aan de tand voelen over de voorlopige boete van ruim 2 miljoen euro die Schultz de NS vorige week oplegde. Ze deed dat omdat vorig jaar te veel treinen vertraging hadden, er een gebrek aan zitplaatsen was en reizigers ontevreden waren over de informatie tijdens verstoringen in de dienstregeling.

Van Gent wil dat het boetebedrag niet naar de staatskas vloeit, maar de reizigers ten goede komt. „Een boete aan een staatsbedrijf is een ‘vestzak-broekzak-constructie’. Er moet dus een systeem komen, waar reizigers baat bij hebben. En dan mogen wanprestaties pittige consequenties hebben, want ingrijpen in de tarieven doet al snel veel meer pijn dan een bestuurlijke boete”, vermoedt het Kamerlid van GroenLinks.

Monasch geeft haar gelijk. Hij denkt dat het boetegeld in een Fonds Reizigerscomfort kan worden gestopt. Dat fonds moet het reizen met de trein plezieriger maken. Op dat vlak zijn de Kamerleden nieuwsgierig naar de mondelinge uitleg van Schultz over haar standpunt dat NS-Sprinters zonder toilet niet omgebouwd hoeven te worden zodat ze wel een sanitaire voorziening hebben. Eerder schreef ze een brief waarin ze stelde dat dat ombouwen te duur zou zijn (90 miljoen euro).

In nieuwe concessies aan spoorbedrijven moet zij dergelijke zaken vooraf regelen, oordelen de Kamerleden.