Hoge bomen en hypercrisie
De media berichten met regelmaat over invloedrijke mensen die een scheve schaats rijden. De politicus die familiewaarden predikt maar ondertussen zelf een buitenechtelijke relatie heeft. De directeur die zijn personeel salarisreductie oplegt maar zijn eigen bonus laat verdubbelen. En de bestuurder die zich sterk maakt voor integriteit en eerlijkheid maar zichzelf laat smeren en fêteren door een leverancier.
Een veelgehoorde verklaring is dat ieder mens zondig is, dus ook mensen die hoge posities bekleden. Het enige verschil is dat het gedrag van hooggeplaatste mensen nu eenmaal meer opvalt omdat het meer wordt belicht en uitvergroot. Hoge bomen vangen immers veel wind.
Een andere verklaring is dat van hooggeplaatste mensen een hogere moraal wordt verwacht en dat ze daarom eerder en harder uit de (hoge) boom vallen. Een werknemer van een bedrijf die privé de belasting tilt, zal niet worden ontslagen, terwijl een politicus hiervoor het veld moet ruimen.
Maar er is nog een andere, aanvullende verklaring. Onderzoek van de Universiteit van Tilburg laat dit zien. De deelnemers aan het onderzoek kregen een rol toebedeeld waarin zij veel dan wel weinig macht hadden. De ene deelnemer was bijvoorbeeld een minister, de andere deelnemer een ambtenaar. Vervolgens moesten de deelnemers hun mening geven over verschillende onethische situaties, zoals het overtreden van de snelheidsregels om op tijd op een afspraak te komen, het niet opgeven van inkomsten aan de belasting en het zich toe-eigenen van een op straat gevonden gestolen fiets.
Uit de resultaten blijkt dat naarmate mensen meer macht hebben, zij anderen onethisch gedrag meer kwalijk nemen. Bijvoorbeeld: het te hard rijden werd op een negenpuntschaal van zeer onacceptabel naar zeer acceptabel door de deelnemers met veel macht met gemiddeld een 6,3 beoordeeld, terwijl de deelnemers met weinig macht een 7,3 gaven. Maar ook blijkt dat mensen hun eigen onethische gedrag als minder kwalijk zien naarmate ze meer invloed hebben. De deelnemers met veel macht gaven het zelf te hard rijden een 7,6, terwijl de deelnemers met weinig macht een 7,2 gaven. Mensen worden dus hypocrieter naarmate ze meer macht en invloed krijgen. Zij leggen voor anderen de lat hoger en voor zichzelf lager.
De verklaring hiervoor is dat mensen beelden hebben van invloedrijke personen die de verantwoordelijkheid hebben om het gedrag van anderen te beoordelen om zo de orde en de moraal te handhaven. Zo zien rechters, politieagenten en leraren toe op het gedrag van anderen, evenals managers, ouders en kerkenraadsleden. Vanuit deze verantwoordelijkheid worden invloedrijke mensen strikter in de beoordeling van anderen. Dat is één kant van de medaille.
De andere kant is het beeld dat mensen in een invloedrijke positie zich ook meer kunnen permitteren. Omdat mensen met invloed moeten toezien op het gedrag van anderen, stellen zij zichzelf al snel boven die anderen. Zij staan boven het volk, de partijen, het personeel, de kinderen. Doordat ze boven de anderen gaan staan en zich anders dan de anderen gaan zien, ontstaat eerder de gedachte dat ze ook boven de moraal en de wet staan. Moraal en wet gelden voor de anderen en niet of minder voor henzelf.
Betekent dit dus dat macht corrumpeert? En dat absolute macht absoluut corrumpeert, zoals vaak wordt gezegd? Vervolgonderzoek geeft gelukkig perspectief. Wanneer mensen zich onbewust zijn van hun macht, dan wel vinden dat hun macht onverdiend is, blijkt het omgekeerde het geval te zijn. Ze beoordelen zichzelf dan juist strenger dan anderen. Dit verschijnsel heet hypercrisie: een zeer (= hyper) kritische (= crisie) beoordeling van zichzelf.
Om hypocrisie te voorkomen is het voor iemand met macht, invloed en aanzien dus zaak om hier zo weinig mogelijk aan te denken. En mocht de gedachte toch opkomen, dan kan zo iemand beter bedenken dat hij niet boven anderen staat, maar juist onder hen. Dat is dienend en dienstbaar leiderschap.
De auteur is hoogleraar bedrijfsethiek aan de Erasmus Universiteit en partner bij KPMG. Reageren aan scribent? nietbijbroodalleen@refdag.nl