Hiddema was in het voorjaar van 2009 korte tijd advocaat van een man die wordt verdacht van verduistering. De advocaat raakte begin september 2009 in de clinch met de ex-cliënt die zich toen samen met de Kerkraadse vastgoedhandelaar Joep J. op zijn kantoor meldde. De man stelde zich voor als een loyale getuige van de vastgoedhandelaar die ook cliënt is van Hiddema en verwikkeld is in een strafzaak wegens witwassen en fraude.

De advocaat raakte er snel van overtuigd dat de ex-cliënt in een zogenoemde judasrol probeert zichzelf te redden ten koste van J. en zette hem zijn kantoor uit. In de media noemde hij de man nadien bij herhaling een ‘onbetrouwbaar sujet’ en een ‘stuk addergebroed’.

De man diende tegen de strafpleiter een tuchtklacht in die vorig jaar gegrond werd verklaard. Hiddema ging in beroep. Behalve dat hij zich negatief heeft uitgelaten, verwijt het Hof van Discipline hem dat hij over de zaak vertrouwelijke informatie heeft verschaft aan de pers. Het hof behandelt klachtzaken over advocaten in hoger beroep.